1,25 miljoen euro tegen overlast asielzoekers in regionale trein

De provincies Overijssel en Drenthe trekken respectievelijk 1 en 0,25 miljoen euro uit om de zogenoemde ‘vliegende teams’ in stand te houden. Die bestaan uit boa’s die de door asielzoekers uit ‘veilige landen’ veroorzaakte overlast in de trein van Zwolle naar Emmen moeten tegengaan.
Asielzoekers uit met name Noord-Afrikaanse landen zorgen al geruime tijd voor grote overlast in en rond Ter Apel, waar het grootste asielzoekersopvangcentrum van Nederland is gevestigd. Ook in het openbaar vervoer van Ter Apel naar Emmen en Emmen naar Zwolle gaat het regelmatig mis. De ‘veiligelanders’ reizen zonder kaartje, weigeren een mondkapje te dragen, richten vernielingen aan en bedreigen en bespugen medewerkers van de vervoersbedrijven. Om deze overlast tegen te gaan worden op de zogenoemde Vechtdallijn, de spoorlijn van Zwolle naar Emmen, sinds enige tijd ‘vliegende teams’ ingezet.
Maatregelen
Vorig jaar werd besloten de overlast aan te pakken met onder andere reisverboden voor overlastveroorzakers en stewards met een bodycam. Het permanent mee laten rijden van boa’s op de treinen zou met 2,4 miljoen euro per jaar te duur worden. Daarom werd besloten flexibele teams in te zetten. Dat kost 1,5 miljoen euro per jaar. Arriva, dat de treindienst in het oosten van Nederland exploiteert, ontvangt een flinke tegemoetkoming in deze kosten van de provincies, die formeel opdrachtgever zijn van de treindienst. Omdat de in januari gestarte proef met de vliegende teams goed bevallen is, hebben de provincies nu besloten de subsidiëring van het project te continueren. Wel is nog goedkeuring van Gedeputeerde Staten nodig.