Achterstand in behandeling zedenzaken loopt verder op
Uit onderzoek door Nieuwsuur blijkt dat het deel van de behandelde zedenzaken bij politie en justitie ver onder de norm ligt. Dit ondanks 15 miljoen euro voor de aanstelling van 90 extra rechercheurs. Een van de gevolgen is dat daders nu minder snel worden gestopt.
In 2014 is afgesproken dat de politie 80 procent van alle zedenaangiften binnen zes maanden onderzoekt en naar het OM doorstuurt. In 2018 lukte dat nog in 66 procent van de gevallen, maar van januari tot oktober 2021 daalde het percentage naar 51. Het OM doet het nog slechter. Dat moet 80 procent van de zedenzaken binnen een half jaar naar de rechtbank sturen, maar in 2018 lukte dat maar bij 36 procent van de zedenzaken, terwijl in de eerste negen maanden van 2021 nog maar 34 procent van de door de politie aangeleverde zaken bij de rechtbank terecht kwam. De rechtbanken wisten 72 procent van de aangeleverde zaken binnen drie maanden in behandeling te nemen, maar het is de vraag of dat ook zal lukken als politie en OM zich wel aan de norm weten te houden.
Gevoelige zaken
Landelijk zedenofficier Judith van Schoonderwoerd den Bezemer noemt een tekort aan officieren van justitie en ondersteuning als reden voor de achterstand. Zaken sneller afhandelen is volgens haar geen goed idee, omdat het om gevoelige zaken gaat. Aan de andere kant beseft zij hoe ernstig de situatie voor de slachtoffers is. Zo moesten ouders van een 5-jarig, door een familielid misbruikt kind na aangifte nog anderhalf jaar wachten voordat zij te horen kregen dat de zaak ‘op de plank’ was beland. Gevreesd wordt dat de dader zich intussen aan andere kinderen vergrijpt. Dat geldt ook voor 808 andere verdachten van zedenzaken waarvoor geen tijd is. De politie wijt de achterstand eveneens aan personeelsgebrek, maar ook aan een sterke stijging van het aantal zedenzaken. In 2021 lag dat 900 boven het jaarlijkse gemiddelde. Verder moeten tegenwoordig meer (digitale) onderzoeksmethoden worden gebruikt, wat ook weer extra capaciteit kost. Van Schoonderwoerd vreest dat er niet direct een oplossing is om de norm te halen. Tweede Kamerlid Michiel van Nispen van de SP vindt dat er nog meer geld moet komen om rechercheurs op te leiden tot zedenspecialisten. VVD-Kamerlid Ingrid Michon-Derkzen wil van de minister horen wat er tot nu toe gebeurd is met de extra 27 miljoen euro die is vrijgemaakt voor de aanpak van seksuele misdrijven.