Agenten krijgen te weinig schiettrainingen
Maar zo’n 8,2 procent van de agenten heeft in 2021 alle vereiste schiettrainingen gevolgd, schrijft De Telegraaf. Vorig jaar werd gemiddeld 15,8 uur geoefend, terwijl 32 uur het minimum hoort te zijn. Als reden wordt de coronacrisis genoemd.
Volgens de politie kwam het tekort aan schiettrainingen onder meer door annuleringen of aanpassingen vanwege coronamaatregelen, coronademonstraties en personeelstekort. Door de coronaperiode konden agenten lang niet alle vereiste trainingsuren maken. Wim Groeneweg van de politievakbond ACP heeft dit aangekaart bij de korpsleiding. Hij vindt dat agenten hun vaardigheden moeten kunnen oefenen. Vaardigheden voor wat betreft schieten, maar ook op het gebied van geweldsbeheersing, aanhoudingen en zelfverdediging met pepperspray, de wapenstok en het stroomstootwapen.
Vuurwapen sneller ingezet
Politiewetenschapper Jaap Timmer (VU Amsterdam) waarschuwt dat onvoldoende training ertoe leidt dat agenten bij potentieel gevaar niet alle opties tot hun beschikking hebben. Dat maakt agenten volgens hem onzeker en zorgt ervoor dat zij situaties minder goed overzien en controleren. Dit verhoogt de kans dat agenten hun vuurwapen sneller inzetten, ook in situaties waarin de inzet van een minder zwaar middel wellicht afdoende was geweest, zoals bij de recente boerenprotesten, waarbij een agent op een tractor schoot.
Voor de coronacrisis werden ook al te weinig schiettrainingen gevolgd. Momenteel zit de politie weer op het niveau van 2019, waarbij agenten het eerste half jaar gemiddeld 13 uur op de schietbaan zijn geweest.