Een miljoenenproject om de bezetting van bureaus in overheidsgebouwen te monitoren, heeft tijdelijk stilgelegen vanwege zorgen onder ambtenaren, zo meldt De Telegraaf. De ambtenaren vreesden dat er Chinese bewegingssensoren op hun werkplekken waren geplaatst. Onderzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken wijst echter uit dat deze zorgen onterecht zijn: alleen de plastic hoesjes van de sensoren zijn ‘made in China’.

Sinds vorig jaar zijn in verschillende overheidsgebouwen witte sensoren geïnstalleerd als onderdeel van een pilot voor het ‘Workspace Management System’. Dit systeem helpt ambtenaren werkplekken en vergaderruimtes te reserveren en de bureau-bezetting te registreren. De proef kost 1,5 miljoen euro en loopt tot eind dit jaar. Als het systeem landelijk wordt uitgerold, kan de investering oplopen tot 60 miljoen euro.

Problemen met sensoren
De sensoren bleken niet zonder hobbels geïmplementeerd. Naast praktische problemen, zoals sensoren die van bureaus vallen door slechte bevestiging, ontstonden er ook serieuzere zorgen. Het label ‘made in China’ op de sensoren riep bij ambtenaren vragen op over privacy- en veiligheidsrisico’s. Een woordvoerder van het ministerie bevestigt dat het project vanwege deze zorgen tijdelijk is gepauzeerd.
Een onafhankelijk onderzoek concludeerde echter dat de technologie veilig is. Het ministerie benadrukt dat er geen Chinese technologie in het systeem zelf wordt gebruikt. Alleen de plastic bevestigingshoesjes zijn van Chinese makelij. Voor de praktische problemen worden nu stevigere plakstrips ingezet.
De discussie over werkplekken speelt al langer binnen overheidsorganisaties. In het verleden klaagden ambtenaren over een tekort aan plekken en geïmproviseerde oplossingen zoals ‘handdoekje leggen’ om werkplekken te reserveren. Op sommige locaties worden bezettingscijfers nog handmatig bijgehouden, wat de noodzaak voor een systeem zoals het huidige onderstreept.
Het ministerie blijft voorlopig doorgaan met de pilot, ondanks de kritische geluiden.