Ambulancebestuurders moeten zelf boetes gaan betalen
Het 500 medewerkers tellende Ambulance Amsterdam gaat boetes inhouden op de salarissen van de chauffeurs. De organisatie wil zo paal en perk stellen aan de tienduizenden euro’s aan boetes die jaarlijks binnenkomen. Er valt alleen aan een boete te ontkomen als de chauffeur kan aantonen dat het leven van de patiënt in het geding was.
Het lijkt absurd. Een ambulance die met grote spoed op weg is om een mensenleven te redden en die dan een bekeuring krijgt wegens te hard rijden of het negeren van een rood verkeerslicht. Toch schijnt dat te gebeuren. In De Telegraaf benadrukt directeur Frans Sier van Ambulance Amsterdam overigens dat in praktisch alle spoedeisende gevallen eventuele boetes door de werkgever betaald worden. Tot nu toe gold dat ook voor boetes wegens fout parkeren of te hard rijden terwijl het geen spoedgeval was. Op dat punt wil men het beleid veranderen, zeker nadat gebleken was dat het aantal boetes in 2018 met 170 procent was toegenomen ten opzichte van het jaar daarvoor.
Dodelijke afloop
Een ambulancechauffeur verklaart anoniem in De Telegraaf dat er een potentieel dodelijke afloop dreigt voor ’een patiënt met het laatste beetje bloed in het lichaam, een actieve hersenbloeding of een moeilijke geboorte’. Andere chauffeurs vinden dat er eerst eens beter onderzoek moet komen naar hoe boetes ontstaan. Met 150.000 spoedritten per jaar is het geen wonder dat er veel verkeersovertredingen worden gemaakt. Tot in zekere mate is dat ook toegestaan. Een 112-voertuig mag met gebruik van sirene en zwaailicht onder andere de maximumsnelheid overtreden, over vluchtstroken rijden en rood licht negeren, als daarmee niet het andere verkeer in gevaar wordt gebracht. Dat laatste is echter niet objectief vast te stellen. Gevreesd wordt dan ook dat chauffeurs na enkele boetes zich keurig aan de verkeersregels gaan houden, wat voor patiënten met bijvoorbeeld een hersenbloeding een fatale afloop kan hebben.