Vanwege de recente schietpartijen op mensen, bedrijven en woningen gaat Amsterdam een maand lang preventief fouilleren op zogenoemde hotspots. Dit ondanks de politieke tegenstand in de gemeenteraad. De proef is vooral bedoeld om te kijken of preventief fouilleren mogelijk is zonder aanzien des persoons.

Tegenstanders van preventief fouilleren vinden het een te zwaar middel, dat alleen al vanwege de keuze van de ‘hotspots’ vooral bepaalde bevolkingsgroepen zal treffen. Anderen denken dat het niet de oplossing is tegen het toenemende wapengeweld in de hoofdstad. Dat laatste vindt ook burgemeester Halsema, maar zij meent dat niets doen ook geen optie is nu de bevolking zich steeds minder veilig begint te voelen. Amsterdam begint een soort Gun Smoke City te worden, waarbij er bijna geen dag meer voorbij gaat zonder dat ergens in het publieke domein geschoten wordt. De lokale driehoek wilde eigenlijk in juni al starten met preventief fouilleren. De politie had een systeem bedacht, waarbij etnisch profileren niet mogelijk is. Toen werd dat plan door de linkse partijen van tafel geveegd omdat het samenviel met de Black Lives Matter-protesten.

Onafhankelijke waarnemers
Vanwege de recente geweldsgolf wilden de VVD, PvdA, SP, FvD, CDA en CU in de gemeenteraad dat preventief fouilleren alsnog wordt ingevoerd. Het voorstel was een proef van twee maanden. Om de tegenstanders tegemoet te komen, is die periode verkort tot één maand. Tijdens de proef zullen onafhankelijke waarnemers kijken hoe het gaat en volgt na elke actie een evaluatie. Ook wordt gekeken of het geweld afneemt door het preventief fouilleren. De politie gaat controleren op plaatsen waar de kans groot is dat mensen een wapen bij zich hebben. Met uitzondering van kinderen van onder de twaalf en 65-plussers wordt iedereen gefouilleerd. Bij grote drukte kan er ook voor gekozen worden om bijvoorbeeld steeds elke derde of vijfde persoon te controleren.