Arbeidsovereenkomst of opdracht: rechter geeft werknemer gelijk

In een recente rechtszaak tussen een beveiligingsmedewerker en beveiligingsbedrijf CRK Security heeft de kantonrechter geoordeeld dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Dit betekent dat CRK verplicht is achterstallig loon, een transitievergoeding en vergoedingen voor niet-genoten vakantiedagen te betalen. Hieronder een overzicht van de zaak en de belangrijkste overwegingen van de rechter.
De beveiligingsmedewerker begon op 15 september 2023 werkzaamheden voor CRK Security. De overeenkomst vermeldde dat hij als ‘opdrachtnemer’ zou werken en zijn diensten zou aanbieden via zijn eenmanszaak. In de praktijk werkte hij echter als beveiliger in een datacenter van Microsoft, met instructies en toezicht van CRK, Securitas (een tussenpartij), en Microsoft.
In juni 2024 concludeerde de Belastingdienst dat de werkzaamheden van de beveiliger moesten worden aangemerkt als dienstbetrekking. Vanaf dat moment eiste hij dat hij in de loonadministratie van CRK werd opgenomen en dat het achterstallig loon werd betaald.
Standpunten van beide partijen
De beveiliger stelde dat zijn werkzaamheden aan alle kenmerken van een arbeidsovereenkomst voldeden. Daarom vroeg hij om betaling van achterstallig loon (€ 8.147,17 bruto), een transitievergoeding (€ 1.778,40 bruto), niet-genoten vakantiedagen (€ 1.436,40 bruto), wettelijke verhogingen, rente en buitengerechtelijke kosten.
CRK Security voerde aan dat er geen arbeidsovereenkomst was, maar een overeenkomst van opdracht. Zij stelden dat eventuele achterstallige betalingen moesten worden gebaseerd op een lager loon volgens de cao voor particuliere beveiliging.
Oordeel van de kantonrechter
De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst, op basis van verschillende punten. Zo was er sprake van inbedding in de organisatie. De beveiliger werkte onder strikte instructies van CRK en Securitas en was volledig geïntegreerd in de beveiligingsoperaties van het datacenter. Hij werkte volgens roosters en droeg een uniform. De beveiliger liep geen ondernemersrisico en werkte uitsluitend voor CRK. Zijn werk werd voortdurend begeleid en gecontroleerd door leidinggevenden van CRK en Securitas. Dat de Belastingdienst concludeerde dat er sprake was van dienstbetrekking werd als ondersteunend bewijs gezien. De rechter benadrukte dat de intentie van partijen (of ze wel of niet een arbeidsovereenkomst wilden aangaan) niet doorslaggevend is. Wat telt, zijn de feitelijke omstandigheden.
Financiële verplichtingen voor CRK
CRK werd veroordeeld tot betaling van achterstallig loon (€5.542,17 bruto, inclusief vakantiegeld) na aftrek van al betaalde bedragen. Hierop geldt een wettelijke rente en een gematigde wettelijke verhoging van 10%. Ook moeten niet-genoten vakantiedagen (€1.436,40 bruto) worden betaald, eveneens met wettelijke rente en verhoging. De beveiliger krijgt verder een transitievergoeding (€1.778,40 bruto, gebaseerd op de volledige looptijd van de overeenkomst (15 september 2023 tot 15 september 2024). CRK moet ook de buitengerechtelijke kosten (€ 921,60) betalen, evenals de proceskosten van €630.