Banken gaan namen en adressen van internetoplichters geven
De Nederlandse banken gaan op verzoek de namen en adressen van internetoplichters verstrekken aan slachtoffers van internetfraude. Die kunnen dan via een civiele procedure proberen hun gestolen geld terug te vorderen, zo schrijft het AD.
Vanwege de privacyregels konden persoonsgegevens van oplichters tot nu toe niet worden gedeeld met slachtoffers, maar aan die situatie lijkt deze maand een einde te komen. Mensen die dan bijvoorbeeld via Marktplaats iets hebben gekocht en betaald, maar nooit iets hebben ontvangen, kunnen dan een incassobureau of deurwaarder inschakelen. Ook kan de politie er op af worden gestuurd als het om grote bedragen gaat. Tot nu toe trad de politie vaak niet op in dit soort gevallen, omdat er niet voldoende mankracht is voor het benodigde recherchewerk bij kleinere fraudezaken. Dat wordt anders wanneer de verdachte zo van zijn bed gelicht kan worden.
Voorwaarden
Het besluit is eind vorig jaar genomen, na een gesprek met minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid. Er worden wel voorwaarden gesteld aan het verstrekken van persoonsgegevens. Het is namelijk niet de bedoeling dat slachtoffers met een honkbalknuppel zelf verhaal gaan halen. Slachtoffers moeten eerst aangifte doen bij de politie. Die vraagt de bank om de oplichter te benaderen met het verzoek om het geld binnen drie weken terug te storten. Gebeurt dat niet, dan krijgt het slachtoffer de naam- en adresgegevens om een incassobureau in te kunnen schakelen en eventueel een civiele rechtszaak te starten tegen de verdachte.