De schade als gevolg van fraude in het betalingsverkeer kwam in 2022 uit op bijna 61 miljoen euro. Dat maakt de Nederlandse Vereniging van Banken bekend. Volgens deze organisatie gebruiken criminelen een deel van dit geld om nieuwe oplichtingspraktijken op te zetten, waardoor het maatschappelijke probleem steeds groter wordt.

Alhoewel banken de schade veelal vergoeden zorgt de fraude voor veel leed bij de slachtoffers. Daarnaast verdwijnt het geld rechtstreeks in de zakken van fraudeurs die hier weer andere oplichtingspraktijken mee kunnen financieren. Dat maakt online fraude tot een groot maatschappelijk probleem dat alleen kan worden opgelost als alle betrokken partijen de handen ineenslaan.

Integrale aanpak
Het is volgens de NVB daarom belangrijk dat er dit jaar voortgang wordt geboekt met de zogenoemde integrale aanpak online fraude onder regie van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Daarin werken banken, telecomproviders, consumentenorganisaties, sociale media en handelsplatforms samen met de politie en het Openbaar Ministerie om de schade en het aantal slachtoffers van online fraude te verlagen. Banken willen zich met deze partijen inzetten om klanten alerter te maken en maatregelen te nemen die het criminelen lastiger maken. Ook vinden de banken het belangrijk dat ze gericht meer gegevens kunnen uitwisselen zodat ze meer kunnen doen om fraude te voorkomen en daders op te sporen.

Alertheid belangrijk
Naast samenwerking tussen publieke en private partijen is de alertheid van de consument heel belangrijk om fraude te voorkomen. Daarom heeft de NVB in samenwerking met de banken het afgelopen najaar de online training ‘Frauderen. Zo werkt het!’ ontwikkeld. Deze training krijgt een vervolg met nieuwe lessen over hoe fraudeurs te werk gaan, wat hun nieuwste trucs zijn en wat consumenten zelf kunnen doen om oplichting te voorkomen. Door deze lessen te volgen wordt fraude makkelijker te herkennen en daarmee te voorkomen.

De totale schade daalde in 2021 van 62,5 miljoen naar bijna 61 miljoen euro in 2022. De schade als gevolg van phishing daalde met 67 procent naar 3,6 miljoen euro. Bij bankhelpdeskoplichting daalde het schadebedrag van 30 miljoen euro in het eerste halfjaar naar 21 miljoen in het tweede halfjaar van 2022. Hierdoor steeg de totale schade licht ten opzichte van 2021 met 6,7 procent naar bijna 51 miljoen euro. De schade door verloren of gestolen bankpassen kwam uit op 2,8 miljoen euro en de schade door online fraude met gegevens van creditcards bedroeg 3,6 miljoen euro. In het geval van phishing werd de schade voor bijna 95 procent in alle gevallen vergoed. Bij bankhelpdeskoplichting was dit percentage 89 procent.

Bankhelpdeskfraude
Bij bankhelpdeskoplichting belt een oplichter slachtoffers zogenaamd namens de bank. De oplichter doet zich voor als een medewerker van de bank en maakt het slachtoffer wijs dat zijn of haar bankrekening niet meer veilig zou zijn. Het slachtoffer kan dan onder andere worden misleid om zelf zijn hele banksaldo met één of meer overboekingen zogenaamd ‘veilig te stellen op een kluisrekening’. Bovendien weten zij het slachtoffer vaak te overtuigen om ook de betaalpas af te geven waarmee dan direct geld wordt opgenomen.

Wat te doen tegen bankhelpdeskfraude?
De bank vraagt nooit aan de telefoon of in een tekstbericht om geld over te boeken naar andere rekeningen, ook niet in noodgevallen. Als slachtoffer van fraude of oplichting is het altijd van belang om naast een melding te maken bij de bank ook aangifte te doen bij de politie. Uitvoerige informatie over bankhelpdeskfraude en andere vormen van fraude is te vinden op websites van banken en op veiligbankieren.nl.