Beveiligingsbedrijven uitgezonderd van ‘uitzendwet’

De beveiligingssector krijgt een officiële uitzonderingspositie in de nieuwe Wet Toelating Terbeschikkingstelling van Arbeidskrachten (Wtta). Dankzij een amendement van VVD-Kamerlid Thierry Aartsen, dat gisteren werd aangenomen door de Tweede Kamer, hoeven beveiligingsbedrijven niet te voldoen aan de extra regels die de Wtta oplegt aan bedrijven die arbeidskrachten ter beschikking stellen.
Bij de totstandkoming van de Wtta was de beveiligingssector – mede door inzet van VVNL – al als bijzondere sector opgenomen in de memorie van toelichting. Nu is, met het aangenomen amendement, definitief vastgelegd dat beveiligingsbedrijven worden uitgezonderd van de nieuwe wet.
Dat is volgens de brancheorganisaties VVNL en Nederlandse Veiligheidsbranche goed nieuws, omdat beveiligingsbedrijven al verplicht over een vergunning moeten beschikken op basis van de Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus (Wpbr). Daarin is integriteitscontrole en toezicht al geregeld. Daarnaast gelden in de sector aanvullende regels, zoals het Kwaliteitslabel Veiligheidsdomein en de Gedragscode van VVNL. “Een dubbele regeling is overbodig en zorgt alleen maar voor extra bureaucratie”, aldus Ard van der Steur, voorzitter van de Nederlandse Veiligheidsbranche.
Flexibiliteit essentieel voor beveiligingssector
De Wtta heeft als doel misstanden te voorkomen en kwetsbare arbeidskrachten, zoals arbeidsmigranten, beter te beschermen. Bedrijven die arbeidskrachten ter beschikking stellen, moeten onder de nieuwe wet onder andere een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) overleggen, een waarborgsom betalen en kunnen aantonen dat werknemers correct worden beloond.
Voor beveiligingsbedrijven is het in- en uitlenen van personeel echter essentieel, bijvoorbeeld om snel op- of af te kunnen schalen bij evenementen of in noodsituaties. Volgens Van der Steur is het logisch dat deze sector buiten de reikwijdte van de wet valt: “Door deze aanvulling op de wet behouden onze bedrijven hun aanpassingsvermogen, terwijl flexibele krachten tóch goed beschermd blijven.”
Brede steun voor uitzondering
De Nederlandse Veiligheidsbranche heeft zich, samen met VNO-NCW en MKB-Nederland, steeds sterk gemaakt voor deze uitzondering. Ook Kamerlid Aartsen zag in dat aanvullende regels voor beveiligingsbedrijven geen meerwaarde hebben. Met zijn amendement, dat inmiddels is aangenomen, wordt voorkomen dat de sector te maken krijgt met onnodige extra regels.
Van der Steur concludeert: “De veiligheidsbranche onder de nieuwe wet laten vallen, lost geen problemen op, maar creëert wel nieuwe. Het is goed dat de Tweede Kamer dit heeft ingezien.”