Blussysteem met inert gas voor Liander
Netwerkbeheerder Liander beheert de hoogspanningsschakelstations in onder andere Amstelveen. Hoogspanningsschakelstations zijn onderdelen van de cruciale infrastructuur van Nederland. Saval installeerde een blussysteem met inert gas voor de Liander hoogspanningsschakelstations.
Op een station als deze wordt hoogspanning van 150 kilovolt (kV) teruggebracht en verdeeld over kabels van 50 kV. Nederland telt er zo’n 12; bijna allemaal zeer betrouwbare, oliegeïsoleerde Coq-installaties.
Worst case scenario
Schakelaars van de vooroorlogse Coq-installaties zijn omgeven door olie voor de isolatie. Wanneer kortsluiting optreedt in één van die eindsluitingen en deze barst open, dan zal normaliter binnen 20 milliseconden automatisch de stroom van het systeem zijn. De isolatieolie druipt in de lekbak. Wanneer nu door onoplettendheid in de controlekamer of een nieuwe technische storing toch weer stroom wordt gezet op de leiding, dan kunnen de vonken die ontstaan in combinatie met de gelekte olie tot brand leiden. Wanneer deze brand niet direct wordt geblust en het schakelstation brandt af, dan ligt niet alleen het elektriciteitsnet van Noord Holland eruit, ook voor het internetknooppunt op Schiphol is dit kritiek. De gevolgen van een brand zouden desastreus zijn, de economische schade zou in de honderden miljoenen euro’s lopen.
Water en vuur
Door de betrouwbaarheid van de Coq-installaties werd de noodzaak voor een blusinstallatie voorheen niet sterk gevoeld. Maar daarnaast ontbrak het ook aan blusmogelijkheden. Blussen deed je destijds met water. Maar hoogspanning en water is niet te combineren, net zo min als een oliebrand en water.
In 2013 werd na een grote brand bij een vergelijkbaar transformatorstation een projectteam geformeerd, om tot een passende oplossing te komen. Gezien de specifieke omstandigheden waarbij het blussysteem moet functioneren, een hele uitdaging. Het alternatief voor blussen met water lag uiteindelijk in blussen met inert gas. Zo kwam Liander vervolgens bij Saval terecht, een van de weinige partijen die blusgassystemen met deze complexiteit kan realiseren.
Saval kwam al snel tot de conclusie dat SK InerFlex het meest geschikt was; een inert gas blussysteem. Hierbij blus je niet, maar je verdringt de zuurstof uit de ruimte met een combinatie van argon en stikstof, tot een waarde van zo’n tien tot elf procent zuurstof (normaal is 21 procent). Om de acceptatie van dit idee te vergroten konden medewerkers van Liander tijdens een personeelsbijeenkomst in een afgesloten Saval demo-unit koffie drinken bij een atmosfeer met elf tot twaalf procent zuurstof. Een lucifer is niet meer aan te steken, maar je kunt als mens gewoon ademhalen. Daarmee was de keuze voor SK InerFlex definitief.
Dubbele beveiliging
Voor een ruimte van dit volume (zo’n 2000 kubieke meter) zijn zo’n 50 cilinders met blusgas nodig. Het blussysteem bestaat uit een detectiesysteem en een gasblusleiding met nozzles. Een juiste en, tijdens vol 50 kV bedrijf, veilige plaatsing van de nozzles is essentieel. Plaatsing van de nozzles, maar ook de plaatsing en de grootte van de gaatjes daarin werden met speciale software berekend. Zo wordt bepaald waar, hoeveel kg inert gas uitstroomt om de ruimte te optimaal te vullen.
Wordt het ontstekingsmechanisme geactiveerd, dan blazen alle 50 cilinders leeg. Een onterechte afblazing moet dus worden voorkomen. Saval en Liander bedachten daarom een uniek aanspreekcriterium. Pas wanneer er een kortsluiting ontstaat én detectie aanspreekt gaat de installatie afblazen.
Na de brand
Mocht er brand ontstaan dan wordt deze gedoofd door verdrijving van de zuurstof door het mengsel van stikstof en argon. Uit proeven is gebleken is dat de olie spontaan ontvlamt bij 263 graden en dat het een half uur duurt om deze voldoende te laten afkoelen. De ruimte moet dus gegarandeerd een half uur afgesloten blijven (de standtijd) zodat er geen zuurstof kan binnendringen.
De kans dat de installatie in werking moet treden is klein, maar de brandbeveiliging van het hoogspanningsschakelstation is nu perfect op orde. Bedrijven kiezen tegenwoordig voor droge transformators in plaats van oliegeïsoleerde ‘natte’ transformators vanwege het brandgevaar. Maar een natte installatie is veel betrouwbaarder, zuiniger en stiller. Liander zal het systeem ook naar andere locaties uitrollen vanwege de praktijkkennis die is opgedaan in samenwerking met Saval.