BOA-aspiranten ondervinden obstakels bij het verkrijgen van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG), aldus de vakbond voor buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA-ACP). Dit probleem leidt tot uitval van studenten, hoewel er een aanzienlijke vraag is naar BOA’s. De vakbond dringt daarom aan op herziening van het proces.

Volgens Richard Gerrits, voorzitter van BOA-ACP, is de huidige situatie onhoudbaar. Veel kandidaten die geen VOG kunnen presenteren, verlaten voortijdig de opleiding, zelfs na maanden van studie. Het dilemma ligt in het feit dat mbo-instellingen niet mogen selecteren op basis van het al dan niet bezitten van een VOG, terwijl deze verklaring cruciaal is voor stages en toekomstige werkgelegenheid in veiligheidsopleidingen.

Wettelijke verplichting
Het ministerie van OCW benadrukt dat mbo-opleidingen toegankelijk moeten blijven zonder vooraf potentiële kandidaten uit te sluiten. Interessant genoeg zijn scholen echter wettelijk verplicht om alternatieve stageplekken te vinden voor studenten zonder VOG. Hoewel afwijzingen tot een minimum beperkt moeten blijven, mits aan de vooropleidingseisen wordt voldaan.

Geen selectie aan de poort
De BOA-bond pleit voor voorafgaande controle op de geschiktheid van een student voor een VOG. Dit zou latere teleurstellingen voorkomen en garanderen dat afgestudeerden inzetbaar zijn. Desalniettemin is de MBO-raad tegen deze vorm van ‘selectie aan de poort’ en benadrukt het belang van toegankelijkheid van onderwijs voor iedereen. Ze wijzen erop dat de VOG-vereiste duidelijk is bij aanvang van de opleiding en dat kandidaten die hier niet aan voldoen vaak al vroeg afhaken.