Brandweer zou 10 minuten eerder in actie kunnen komen

Er gaat bij een brandmelding onnodig veel tijd verloren doordat systemen in gebouwen, particuliere alarmcentrales, bedrijfsalarmcentrales en 112-centrales niet integraal samenwerken. En dat terwijl zo’n integratie technisch heel goed mogelijk is, aldus oprichter Roland Heesen van Nenova, tijdens het zevende Meldkamerevent. Hij pleit voor betere ketensamenwerking om ambtelijke en politieke bezwaren tegen samenwerking weg te nemen.
Het waarschuwen van de brandweer gaat veelal nog zoals honderd jaar geleden. Er wordt brand gesignaleerd, de brandweer wordt gebeld, die rukt uit en gaat op locatie kijken wat er aan de hand is en hoe de brand bestreden kan worden. Dat kan ook anders, zo werd tijdens het Meldkamerevent in Hoofddorp door diverse sprekers betoogd. Moderne brandmeldinstallaties kunnen nauwkeurig het verloop van de brand rapporteren, zodat de brandweer al bij de alarmering kan inschatten wat er moet gebeuren en of opschaling nodig is. Maar daarvoor is een vorm van samenwerking nodig, die nu alleen nog conceptueel bestaat. Reden voor Nenova om samen met partner Hexagon ‘ketensamenwerking’ als thema te kiezen voor het zevende Meldkamerevent. Hexagon is een Zweeds bedrijf met 24.000 medewerkers, dat van de fysieke wereld een digitale kopie kan maken om scenario’s uit te proberen.
Business Continuity Operation Centra
Nenova helpt meldkamers bij implementatie van nieuwe technologie en verbetering van de bedrijfsprocessen. Meldkamers worden meer en meer grote operation centra, die gebouwen en processen op afstand beheren en bewaken. Van ruimtes met losse systemen hebben zij zich ontwikkeld tot geïntegreerde business continuity operation centra. Daarmee krijgen ze een centrale informatiepositie binnen organisaties en veranderen centralisten in data-analisten, die alleen nog beslissingen nemen die niet aan de techniek overgelaten kunnen worden.
Roland Heesen wees erop dat deze ontwikkeling helaas nog niet in de hele alarmketen is doorgevoerd. “Samenwerking is daarom essentieel om een toekomst met veiligheid te realiseren! We zullen meer informatie moeten uitwisselen om Nederland veilig te houden. Zolang dat niet gebeurt, houd je situaties waarbij de brandweer op de alarmlocatie voor vervelende verrassingen kan komen te staan.
Koppelvlak
Volgens Heesen is het technisch gezien geen probleem om een koppelvlak te creëren tussen de BAC, PAC en 112-centrale. Dan wordt het mogelijk om geautomatiseerd informatie over incidenten te delen en vele kostbare seconden te besparen. De vraag is echter welke informatie je wel en niet kan of mag delen. Daarvoor zijn processen en protocollen nodig en dat is een van de specialiteiten van Nenova. Tot en met de PAC gaat het al goed. Maar dan moet de telefoon worden gepakt om de laatste schakel te overbruggen. Als de informatie via een datapakket kan worden overgebracht worden direct alweer één of twee minuten gewonnen. Bij grotere incidenten kan je dan vanaf het eerste stadium samen de crisis beheersen. Organisatievormen, en dus niet de techniek, zijn hier de enige belemmerende factoren.
Ervaring in de logistiek
Dat het delen van data tot gunstige resultaten kan leiden, vertelde Hans Moonen van CGI. In de logistiek doet men al enige tijd aan wat federatief datadelen wordt genoemd. Zo wordt geleidelijk een ‘smart port’ (slimme haven) gecreëerd. Maar ook dat gaat niet zonder slag of stoot. Een paar jaar geleden overheerste nog een wantrouwen tegen transparantie. Ook waren veel begrippen niet duidelijk en eenduidig vastgelegd. Daardoor waren relatief veel mensen nodig voor het monitoren van de keten. Het werd zoeken naar een oplossing om de praktische bezwaren zo makkelijk mogelijk weg te kunnen nemen. Dat lukte niet met punt-naar-punt-koppelingen, omdat er veel te veel partijen betrokken zijn. Je hebt dan een oneindig aantal koppelingen nodig. Beter is dan een hub, waar alle data bij elkaar komt. Met federatief datadelen wordt informatie dan eenvoudig en geautomatiseerd bij andere partijen gebracht. Wel is daarvoor eerst nog een eenduidig begrippenkader nodig. De door de logistiek gebruikte iShare-technologie is ook in andere sectoren te gebruiken. Inmiddels is men zo ver dat er een koppeling is voor alle partijen die betrokken zijn bij het transport van fruitcontainers in de Rotterdamse haven. Op deze wijze wordt het moeilijker gemaakt om drugs via deze containers te smokkelen. Moonen verwacht dat zo’n samenwerking in de 112-wereld moeilijker zal gaan, vanwege het vaak privacygevoelige karakter van de informatie die daar rondgaat.
Standaardisering
Nick Chorley van Hexagon zegt dat koppeling tussen private partijen al op grote schaal gebeurt, maar dat het bij koppeling tussen privaat en publiek moeilijker ligt. Er zijn inmiddels hubs (HxGN Connect) die meldkamers verbinden. Internationaal gezien is er nog wel een uitdaging, omdat er veel verschillende standaarden en protocollen zijn. En zelfs als hetzelfde protocol wordt gebruikt, gaat het niet altijd goed. Verder heeft ook hij ervaring met politieke discussies, die ketensamenwerking in de weg staan. Om technische problemen te overwinnen is EIDO (Emergengy Incident Data Object) ontwikkeld, dat de basis moet worden voor standaardisering van 112-diensten in de hele EU. Voor specifieke instructies werkt dat al goed, maar nog niet voor algemene informatie. De focus ligt nu op het ondersteunen van centralisten bij het nemen van beslissingen, waarbij uit steeds meer bronnen informatie wordt gehaald. Zo worden ook sociale media gescand, omdat daar vaak veel informatie over een incident is uit te halen. Er wordt nu zelfs met voorspellende systemen gewerkt, zodat al actie ondernomen kan worden, voordat een incident ontstaat.
Chorley liet zien hoe alle data op een plattegrond wordt weergegeven. Hulpdiensten kunnen zo zelfs worden ondersteund bij de keuze van een optimale route, waarbij verkeersopstoppingen worden vermeden. Alles werkt in de cloud en per autorisatie kan worden bepaald wie wat te zien krijgt en wie wat mag ondernemen.
Het feitelijke probleem
De vraag blijft dan natuurlijk waarom vooral de publieke sector deze prachtige ontwikkelingen afremt. Daarover sprak Johan Langes van de Koninklijke Marechaussee, die ooit aan de wieg stond van de landelijke meldkamerorganisatie. 9 jaar geleden werd TOBS in gebruik genomen dat informatiegestuurd optreden moest vergemakkelijken bij het terugdringen van illegale migratie. Voor dat laatste was onvoldoende capaciteit beschikbaar, zodat techniek een effectievere inzet van mensen mogelijk moest maken. Over publiek-private samenwerking was Langes minder enthousiast. “Ik denk dat er niets van terecht komt.” Hij erkende dat de ‘meldkamer van de toekomst’ technisch gezien morgen operationeel kan zijn, maar dat dit niet zal gebeuren zolang niet duidelijk is wie eigenaar is van welke data. Zo blijft veel als het was. Geen centralist met twee beeldschermen, waarop alleen voor het nemen van beslissingen essentiële informatie is te zien, maar een wand vol, terwijl iedereen weet dat al die beelden onmogelijk te volgen zijn. Het betoog van Langes vormde meteen het enige onderwerp van de afsluitende paneldiscussie. De conclusie was dat eerst gewerkt moet worden aan duidelijkheid over het eigenaarschap van data. Zolang die er niet is, zullen mensen data waarvoor zij verantwoordelijk zijn niet willen delen met anderen. Verder zullen alle betrokkenen dezelfde taal en begrippen moeten gaan gebruiken om uiteindelijk te komen tot iets dat met recht integrale incidentbestrijding genoemd mag worden. De techniek is er klaar voor; de mens helaas nog niet.