Ongeveer de helft van de brandweerposten in Nederland is niet goed voorbereid op een langdurige en grootschalige stroomstoring, zoals deze week in Spanje en Portugal. Dat stelt Hein van der Loo, voorzitter van het Veiligheidsberaad, in het actualiteitenprogramma Nieuwsuur. Volgens hem is het noodzakelijk om in Nederland een landelijk dekkend netwerk van noodsteunpunten op te zetten, zodat de informatievoorziening bij rampen op orde blijft.

De stroomstoring in Spanje en Portugal leidde tot grote ontwrichting. Miljoenen mensen kwamen zonder elektriciteit te zitten, het vliegverkeer werd stilgelegd en in Spanje vielen vijf dodelijke slachtoffers. De oorzaak van de storing is nog niet volledig opgehelderd, maar er komt geleidelijk meer duidelijkheid.
Van der Loo, tevens burgemeester van Almere, benadrukt dat een vergelijkbare situatie in Nederland grote gevolgen zou kunnen hebben, ondanks dat de kans klein is. Nederland beschikt over 25 veiligheidsregio’s die hulpdiensten coördineren op lokaal, regionaal en nationaal niveau. Volgens Van der Loo functioneren die structuren goed en wordt er regelmatig geoefend op scenario’s zoals een ‘black-out’. Toch wijst hij op de onzekerheid van onbekende risico’s en nieuwe crises waarvoor nog niet is getraind.

100 miljoen euro nodig
Hij pleit daarom voor de plaatsing van noodaggregaten bij alle brandweerposten in het land, ongeveer duizend in totaal. Op sommige kazernes zijn deze voorzieningen al aanwezig, maar vooral bij kleinere posten in dorpen ontbreekt deze noodvoorziening nog vaak. Dit komt doordat veel rampen en incidenten doorgaans met de bestaande systemen kunnen worden aangepakt. Van der Loo beschouwt de recente gebeurtenissen in Zuid-Europa echter als een duidelijk signaal richting het kabinet om alsnog een dergelijk netwerk van noodsteunpunten op te bouwen.
Eerder werd deze oproep ook al gedaan, maar het overleg met het kabinet over de financiering loopt nog. Van der Loo schat dat er ongeveer 100 miljoen euro nodig is om het netwerk te realiseren. Daarbij zouden ook extra locaties van gemeenten betrokken worden, wat het totaal aantal steunpunten op circa 1000 tot 1400 zou brengen. Op die locaties kunnen mensen in tijden van crisis terecht voor informatie, medische hulp of andere essentiële diensten. Volgens Van der Loo hebben de recente gebeurtenissen duidelijk gemaakt hoe belangrijk het is om voorbereid te zijn.