Burgemeesters vragen Rutte om betere havenbeveiliging
Om de aanvoer van cocaïne uit Midden- en Zuid-Amerika naar Rotterdam en Antwerpen in te dammen, moeten politie en justitie in de havens van die steden meer capaciteit krijgen. Dat schrijven de burgemeesters Ahmed Aboutaleb en Bart De Wever in een brief aan premier Mark Rutte.
Er zijn bij de politie onder andere specialisten nodig die naar criminele geldstromen kunnen zoeken. Ook als betaald wordt in cryptovaluta. Het gaat om een serieus probleem. Vorig jaar werd 90 ton cocaïne onderschept in Antwerpen en 70 ton in Rotterdam. Dat zijn recordhoeveelheden. Verwacht wordt dat dit nog maar het topje van de ijsberg is. Een bijkomend verschijnsel is de toename van ondermijning. Havenmedewerkers en douaniers worden omgekocht en met de opbrengst van de drugs worden weer andere vormen van criminaliteit gestart, zoals mensen- en wapenhandel.
Aanbevelingen
Aboutaleb en De Wever brachten onlangs een werkbezoek aan Colombia, Costa Rica en Panama, waar het leeuwendeel van de via Rotterdam en Antwerpen gesmokkelde cocaïne vandaan komt. Op basis van de kennis die de twee bestuurders in de Latijns-Amerikaanse landen hebben opgedaan, komen zij met aanbevelingen. Op de eerste plaats moeten de havengebieden beter worden beveiligd, onder meer door het gebruik van kunstmatige intelligentie. Daarnaast moet de controle op inkomende goederenstromen stevig worden opgevoerd, vooral als het gaat om fruit. Want dat is favoriet voor het verstoppen van drugs tussen de ladingen. Verder is een betere samenwerking nodig tussen de Benelux en de Latijns-Amerikaanse landen, zodat drugs al kunnen worden onderschept voordat zij de Atlantische Oceaan oversteken.