Volgens burgemeester Peter den Oudsten van Utrecht zijn de rellen van de afgelopen weken veroorzaakt door ‘vloggers’ op sociale media. Sinds er drie zijn opgepakt is het weer rustig in de Domstad. Hij wil daarom dat het juridisch makkelijker wordt om het oproepen tot rellen op sociale media aan te pakken.

De afgelopen maand braken in verschillende steden rellen uit, zonder dat daarvoor een duidelijke aanleiding was. De politie dacht aanvankelijk dat het om verveling ging, die ontstaat doordat veel activiteiten vanwege de coronacrisis zijn afgelast. Maar nader onderzoek leerde dat de jongeren in de meeste gevallen via sociale media worden opgehitst. Zij worden dan bijvoorbeeld opgeroepen om zich aan te sluiten bij een betoging en de confrontatie met de politie aan te gaan.

Meer resultaat
In Utrecht ging het anders. Jongeren werden via verschillende – soms besloten – kanalen opgeroepen om zich op bepaalde plaatsen te verzamelen en vernielingen aan te richten. Dat gebeurde met name in de wijk Kanaleneiland. Den Oudsten verwacht dat het aanpakken van de aanstichters meer resultaat oplevert dan het achter de relschoppers zelf aanrennen. De praktijk geeft hem gelijk. Eenvoudig is het echter niet, wat hij wil. Het is lastig om websites en sociale mediakanalen waarin tot rellen wordt opgeroepen, uit de lucht te halen. Je loopt volgens de burgemeester dan al snel tegen halve wetgeving, privacyregels en ‘weet ik wat’ aan. Hij pleit er nu samen met zijn collega’s uit de andere drie grote steden bij minister Grapperhaus voor om de aanpak van aanstichters te vergemakkelijken. Hij wil onder andere dat de minister ervoor zorgt dat de politie sneller toegang kan krijgen tot besloten groepen op internet. Ook de politie ziet meer in de aanpak van de aanstichters. Er zijn in Utrecht tot nu toe 53 relschoppers aangehouden, maar de personen die de rellen hebben veroorzaakt blijven buiten schot.