Van de in de cao Particuliere Beveiliging afgesproken loonsverhoging van 14,5 procent wordt 6 procent over de komende drie jaren uitgesmeerd. Dat zijn de Nederlandse Veiligheidsbranche en de vakbonden overeengekomen, nadat werkgevers hadden verklaard door de loonstijging in de problemen te komen.

In de cao Particuliere Beveiliging, die voor vrijwel de gehele particuliere beveiligingsbranche algemeen bindend is verklaard, zijn verschillende loonverhogingen afgesproken. Zo wordt een arbeidsduurverkorting doorgevoerd van 152 naar 144 uur bij een gelijkblijvend loon, wat neerkomt op een loonstijging van 5,6 procent. Deze gaat gewoon door. Daar bovenop zou een loonstijging komen die de consumentenprijsindex (CPI) van september 2022 volgt. Toen die afspraak werd gemaakt, leek het echter niet waarschijnlijk dat die ooit de huidige ongekende hoogte van 14,5 procent zou halen. Dat betekent dat boodschappen en andere kosten voor levensonderhoud 14,5 procent duurder zijn geworden. Volgens de cao zouden beveiligers dus recht hebben op een totale loonsverhoging van 20,1 procent en dat is volgens een aantal werkgevers in de branche onmogelijk door te berekenen aan de klant. Klanten zouden afhaken met gedwongen ontslagen en mogelijk zelfs faillissementen als gevolg.

Tegenvoorstellen
Het voorstel van de werkgevers was om geen 14,5, maar 8,5 procent loonsverhoging te geven bovenop de 5,6 procent door de arbeidsduurverkorting. De vakbonden waren hier niet enthousiast over, maar beseften ook dat financiële problemen bij de bedrijven zeker niet ondenkbaar waren bij een zo forse stijging van de loonkosten. “Het is kiezen uit twee kwaden”, aldus Erik Honcoop van CNV Vakmensen. Voorgesteld wordt aan de werkgevers om de komende drie jaar steeds 2 procent extra loonsverhoging  te geven, zodat men uiteindelijk toch op de toegezegde 14,5 procent uitkomt. In plaats van het hogere loon kan ook een verbeterd pensioen of betere vakantierechten worden gegeven. De overurentoeslag van 50 procent moet wat betreft de bonden gaan gelden vanaf 144 uur in plaats van 152 uur. Er kunnen meer vakantiedagen worden meegenomen naar het volgende jaar en part-timers mogen 152 uur blijven werken in plaats van 144 uur, waardoor zij er 5,6 extra op vooruit gaan. Deze voorstellen worden nu door de achterban bekeken.

Financiële problemen
Vanuit de achterban wordt verdeeld gereageerd op de ontwikkeling. Beveiligers verklaren in de financiële problemen te komen door de hoge inflatie die de hele samenleving treft en dat zij de extra loonsverhoging gewoon niet kunnen missen. Anderen nemen het de werkgevers kwalijk dat die diensten blijven aanbieden tegen te lage tarieven, waardoor er geen ruimte overblijft voor fatsoenlijke loonsverhogingen. De situatie op Schiphol leert volgens hen dat er bij opdrachtgevers echt nog wel ruimte is om een hoger tarief voor beveiligers te betalen. Er zijn ook beveiligers die begrip hebben voor de situatie, al hebben die toch ook wel twijfels of zij de 6 procent uitgestelde loonsverhoging ooit nog gaan ontvangen. Leon Vincken van brancheorganisatie VBe NL verwijt de Nederlandse Veiligheidsbranche en de vakbonden CNV, FNV en De Unie een gebrek aan visie, waardoor er nu problemen ontstaan als gevolg van vier jaar geleden gemaakte afspraken. “Voor onze eigen cao Veiligheidsdomein, waarvoor onze leden recent weer dispensatie hebben gekregen voor de cao Particuliere Beveiliging, wordt jaarlijks onderzoek uitgevoerd bij alle werknemers en werkgevers. Daardoor kunnen wij nu ruim 17 procent loonsverhoging aanbieden, waar mogelijk nog een inflatiecorrectie aan wordt toegevoegd. En dat terwijl medewerkers van onze leden gemiddeld al 1000 euro per jaar extra verdienen!”