Duitsland wil samen met Nederland plofkraken aanpakken

Dit jaar zijn tot nu toe 62 Nederlanders aangehouden voor het plegen van plofkraken in Duitsland. Dat zijn er meer dan in heel 2022. De autoriteiten van beide landen gaan met elkaar in overleg om te kijken hoe onder andere een betere informatie-uitwisseling het aantal plofkraken kan terugdringen.

De plofkrakers komen voornamelijk uit Utrecht en behoren tot een systeem van criminele samenwerkingsverbanden, waar de politie maar weinig grip op krijgt. Ze slaan toe in Duitsland omdat geldautomaten daar over het algemeen minder goed beveiligd zijn dan in Nederland. Er worden zware explosieven gebruikt, waardoor ook de veiligheid van omwonenden en voorbijgangers in het geding is. Daarnaast wordt natuurlijk een enorme materiële schade veroorzaakt.

Betere samenwerking
In heel Duitsland vonden vorig jaar zo’n 450 plofkraken plaats, waarvan 180 in het naast Nederland gelegen Noordrijn-Westfalen. Dit jaar gaat het al om 142 plofkraken, waarvan 58 in de meest geteisterde deelstaat. Dinsdag sprak het deelstaatbestuur met de gemeente Utrecht om te kijken of het probleem met een betere samenwerking is aan te pakken. Zo wil Utrecht graag weten wie in Duitsland veroordeeld worden, zodat de criminelen bij de terugkeer naar Nederland opgenomen kunnen worden in een persoonsgerichte aanpak om recidive terug te dringen. Vorig jaar werden zestig Nederlanders in Duitsland opgepakt. Dit jaar is dat aantal al overschreden. De helft van de verdachten komt uit Utrecht. Dinsdagochtend werden nog vijf verdachten aangehouden bij invallen in Amsterdam, Helmond en Utrecht. Zij zouden meer dan twintig plofkraken hebben gepleegd en daarbij ruim een miljoen euro hebben buitgemaakt. Recent werd nog een bende opgerold die geldautomaten had aangeschaft om te oefenen met explosieven.

Deel dit artikel via: