Een derde van de boa’s ervaart elke maand fysiek geweld
34 procent van de boa’s en handhavers ondervindt elke maand fysiek geweld. Zij worden geslagen, geschopt, gebeten of krijgen spullen naar zich toe gegooid. 26 procent van hen heeft hier zelfs meerdere keren per maand mee te maken. Dit blijkt uit een enquête van Vakbond BOA ACP onder 782 boa’s en handhavers.
Verbaal geweld komt volgens de vakbond nog veel vaker voor. 83 procent van de respondenten wordt minimaal één keer per maand uitgescholden, beledigd, bedreigd of gediscrimineerd. 64 procent ervaart dit elke week.
“Wij staan onze leden bij na dit soort geweldsincidenten. En toch zijn wij zelf ook negatief verrast door deze cijfers”, reageert Richard Gerrits, voorzitter van Vakbond BOA ACP. “Vooral dat fysiek geweld zo vaak voorkomt baart ons enorme zorgen. Het gaat hierbij namelijk ook om zware mishandeling zoals steekincidenten en inrijden op boa’s met een voertuig. Het lijkt wachten op een dodelijk incident.”
Bekeuring vaakst aanleiding voor geweld
Vakbond BOA ACP vroeg ook naar de context waarin het geweld voorkomt. Per persoon waren meerdere antwoorden mogelijk. Een bekeuringssituatie is het meest genoemd. 74 procent van de boa’s en handhavers geeft aan dat het geweld in deze context plaatsvindt. Daarin verschilt de situatie per boa of handhaver; van bekeuren voor fout parkeren, in het openbaar vervoer, of milieugerelateerde boetes.
Toch lijken dronken mensen en drugsgebruikers de boa’s en handhavers in de grootste problemen te brengen. De helft van de respondenten geeft aan dat zij hiermee te maken hebben. Medewerkers Veiligheid & Service bij NS spannen de kroon; 57 procent geeft dit antwoord.
Blote handen
Gerrits: “Het probleem met drank en drugs is dat deze mensen niet voor rede vatbaar zijn. Worden zij fysiek agressief, dan is jezelf verdedigen nog je enige optie. Velen zijn dan aangewezen op hun blote handen.” 22 procent van de boa’s heeft geen geweldsbevoegdheid en zo’n 60 procent heeft geweldsbevoegdheid met alleen handboeien.
Een van de deelnemers aan de enquête kreeg te maken met een dronken man die dreigde met een baksteen te gooien. Bij een ander is geprobeerd te slaan met een stalen buis.
Voorzitter Gerrits: “Geweld zoveel mogelijk voorkomen begint bij communicatieve vaardigheden. Tegelijkertijd zijn dit voorbeelden van situaties waarin je het daarmee niet redt. Geweldsmiddelen – wapenstok, pepperspray – moeten daar beter op afgestemd worden. De ene gemeente werkt er nu wel mee, de ander niet. Burgers, en soms zelf politie, begrijpen dat niet en nemen boa’s dan niet serieus.”
Bevoegdheden
De vakbond bepleit dat iedere boa minimaal politiebevoegdheid, geweldsbevoegdheid met handboeien en een body cam moet hebben. Vooral body cams blijken in de praktijk preventief te werken. Gerrits besluit: “Ook eenduidigheid in opleiding en uitstraling bevordert de professionaliteit. Net als bij de politie: één landelijke boa-academie. En bijvoorbeeld per domein één uniform, en altijd herkenbaar als boa.”
Een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) is een ambtenaar met opsporingsbevoegdheid. Hij of zij mag bepaalde strafbare feiten opsporen. Sommige boa’s hebben politiebevoegdheden en mogen geweldsmiddelen inzetten. Boa’s en handhavers zijn een belangrijke schakel in de veiligheidssector. Zij zorgen voor leefbare wijken en steden, en dragen bij aan een veilige samenleving.
De domeinen waarbinnen zij werkzaam zijn, zijn: domein 1; Openbare Ruimte, domein 2; Milieu, welzijn en infrastructuur, domein 3; Onderwijs, domein 4; Openbaar vervoer, domein 5; Werk, Inkomen en Zorg, domein 6; Generieke opsporing.