Formele rol veiligheidsregio’s nodig in crisisstructuur Rijk
Veiligheidsregio’s moeten een formele rol krijgen in de nationale crisisstructuur. Nationale maatregelen om een crisis te bestrijden kunnen dan direct met hen worden afgestemd zodat zij die goed kunnen handhaven. Dat vindt de Inspectie Justitie en Veiligheid.
De inspectie doet onder meer deze aanbeveling aan de minister van Justitie en Veiligheid (JenV) in het eerste deel van haar evaluatie naar de aanpak van de coronacrisis. Onderzocht werd hoe Rijk en regio’s op het gebied van openbare orde en veiligheid samenwerken bij de aanpak van corona, een van de grootste naoorlogse crises. Dit deelonderzoek beschrijft de periode van maart 2020, toen de coronacrisis begon, tot 1 april van dit jaar. De Inspectie JenV gaat niet over de gezondheidsaspecten van de aanpak.
Veiligheidsregio’s verantwoordelijk
Bij de aanvang van de coronacrisis werden de voorzitters van de 25 veiligheidsregio’s aangehaakt bij de nationale bestrijding ervan. Na wat opstartproblemen werkte dat goed; informatie werd gedeeld en nationale maatregelen werden afgestemd op de regionale uitvoerbaarheid ervan. Veiligheidsregio’s zijn verantwoordelijk voor bestrijding van infectieziekten waar corona onder valt. Burgemeesters in de regio’s moeten zorgen dat nationale regels worden nageleefd.
Langs elkaar heen werken
In de zomer van 2020 nam het aantal coronabesmettingen en -patiënten af. De crisis leek voorspelbaarder te zijn geworden. Daarom werd de nationale crisisstructuur afgeschaald en werd de betrokkenheid van de regio’s afgebouwd. Rijk en regio’s werkten daardoor steeds meer langs elkaar heen. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) nam bijvoorbeeld besluiten over het inrichten van testlocaties zonder daar de regio’ s in te betrekken. Omdat regio’s vooraf niet meer konden meedenken over de uitvoerbaarheid van kabinetsmaatregelen ontstonden problemen in het handhaven van coronaregels. In het najaar van 2020 zijn de veiligheidsregio’s weer direct betrokken bij de besluitvormingsstructuur.
Nationale crisisstructuur
Het afschalen in de zomer kwam te snel, concludeert de Inspectie JenV. Er kon niet vlug genoeg kon worden ingespeeld op veranderende omstandigheden. Dat kan volgens de Inspectie JenV wel als de veiligheidsregio’s een vaste plaats krijgen binnen de nationale crisisstructuur waarin nu alleen nationale organisaties zitten. Zij kunnen dan een belangrijke bijdrage leveren aan het bestrijden van een pandemie zoals nu met corona of bij nieuwe crises.
Integrale aanpak
Bij de corona-aanpak was en is de zorg leidend. Maatregelen dienen vooral om mensen met een kwetsbare gezondheid te beschermen en om de druk op ziekenhuizen te beperken. Volgens de wet moet VWS de zorgmaatregelen laten verlopen via de voorzitters van de veiligheidsregio’s. Maar VWS regelde dat direct met directeuren van de GGD-en, zonder die voorzitters te betrekken. Daardoor is volgens de Inspectie JenV onvoldoende gebruik gemaakt van de ervaring van veiligheidsregio’s. Zij beveelt de minister van JenV daarom aan meer aandacht te hebben voor een integrale aanpak van de crisis via een goede samenwerking tussen alle betrokken organisaties, nationaal en regionaal.
Informatieverzoeken
Bij een langdurige crisis zoals corona heeft de Tweede Kamer veel verzoeken om informatie. De nationale crisisstructuur is er niet op ingericht om hieraan te voldoen tijdens de acute fase. Om de Kamer van informatie te voorzien in langdurige crises, dienen er dan voldoende mensen en middelen te zijn die de verantwoordelijke minister hierbij ondersteunen, beveelt de Inspectie JenV aan.
Dit was het eerste deelonderzoek van de Inspectie JenV naar de crisisaanpak. Er loopt nu een onderzoek naar de samenwerking binnen de veiligheidsregio’s.