Vandaag is de Europese dag tegen woninginbraak. Er is goed nieuws te melden: het aantal inbraken in de eerste vier maanden van dit jaar is 12 procent lager dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat maakt het aantal inbraken vergelijkbaar met begin 2021, toen mensen massaal thuis waren vanwege de lockdown. Dat blijkt uit onderzoek van Independer op basis van politiedata. Relatief het vaakst werd er ingebroken in de gemeente Oostzaan. Op provincieniveau is Flevoland koploper.

In de eerste vier maanden van 2024 zijn 7.522 woninginbraken geregistreerd, dit jaar is dat gedaald naar 6.612. Dat is een daling van een dikke 12 procent. Voor een vergelijkbaar ‘laag’ cijfer moeten we terug naar de eerste vier maanden van 2021, toen het land door het coronavirus redelijk op slot zat. “Het is opvallend hoe dicht we in de buurt zitten van het aantal inbraken tijdens de lockdownperiode, zonder dat er een duidelijke aanwijzing voor is”, zegt Michel Ypma, expert woonverzekeringen bij Independer. “Misschien hebben we met z’n allen meer geïnvesteerd in bijvoorbeeld goede sloten, bewakingscamera’s of een alarmsysteem. Maar het kan ook zijn dat dieven hun oog vaker laten vallen op fietsen achter het huis. Het aantal gestolen fietsen is namelijk voor het derde jaar op rij toegenomen.”

Flevoland koploper in inbraken per woning
In absolute aantallen zijn Zuid-Holland en Noord-Holland samen goed voor 40 procent van alle woninginbraken. Maar als we het aantal inbraken afzetten tegen het aantal woningen, ziet de lijst er heel anders uit.
Op elke 10.000 woningen zijn er in de eerste maanden van dit jaar 8 woninginbraken. In de provincie Flevoland is dit gemiddelde met 10,3 fors hoger. Ook in Utrecht, Noord-Brabant en Noord-Holland worden bovengemiddeld veel inbraken gepleegd. Aan de andere kant zagen Drenthe, Zeeland en Friesland de minste inbraken:

1. Flevoland (10,3)
2. Utrecht (9,4)
3. Noord-Brabant (9,3)
4. Noord-Holland (8,4)
5. Limburg (7,9)
6. Zuid-Holland (7,5)
7. Overijssel (7,5)
8. Gelderland (7,5)
9. Groningen (6,7)
10. Friesland (6,6)
11. Zeeland (6,3)
12. Drenthe (5,1)

Voor de verzekering is het belangrijk dat bewoners genoeg maatregelen nemen tegen inbraak. Michel Ypma van Independer: “Bij het claimen van een schade wil een verzekeraar weten of het huis goed was afgesloten. Ze controleren bijvoorbeeld op schade aan deuren of ramen die de inbreker heeft veroorzaakt om binnen te komen. Wat verzekeraars eigenlijk willen zien, is dat je alles hebt gedaan om een inbraak te voorkomen. Sommige verzekeraars geven korting op de premie als je aantoonbaar extra veiligheidsmaatregelen hebt genomen.”

De wadden opvallend veilig
Als we de woninginbraken tot en met april in Amsterdam (528) en Rotterdam (297) bij elkaar optellen. Dan waren er maar liefst één op de acht inbraken in ons land in deze twee steden. Als we kijken naar de meeste inbraken per 10.000 woningen dan wordt de lijst van gemeenten aangevoerd door Oostzaan (21,6 per 10.000 woningen), gevolgd door Utrechtse Heuvelrug (19,6), Bunnik (17,5), Voorschoten (17,2) en De Wolden (17,0).
In de gemeenten Bunschoten, Scherpenzeel, Schiermonnikoog, Terschelling, Vlieland en het Noord-Hollandse Laren werd de eerste vier maanden van dit jaar nog niet ingebroken. Michel Ypma van Independer: “Dat er op de Wadden zoveel minder wordt ingebroken is opvallend, maar wel te verklaren. Dieven zijn niet zomaar weer met hun buit op de snelweg. Bovendien heerst er over het algemeen een sterk gemeenschapsgevoel onder bewoners. Dat zorgt voor goede buurtpreventie: verdachte situaties vallen sneller op.”

De juiste preventiemaatregelen
“De Europese dag tegen woninginbraak is een goed moment om stil te staan bij het belang van buurtpreventie. Met de juiste preventiemaatregelen kan de kans op een woninginbraak fors afnemen. Investeer in goede sloten en sluit ramen en deuren óók wanneer je even snel de hond uitlaat. En denk ook even goed na voordat je vakantiefoto’s op Facebook of Instagram plaatst. Dan weten veel mensen dat je niet thuis bent”, zegt Michel Ypma, expert woonverzekeringen bij Independer.

Kijk voor meer informatie op de onderzoekspagina.