Volgens de Tweede Kamer faalt de aanpak van het terrorisme in Nederland. Terugkerende jihadisten zouden gewoon hun gang kunnen gaan, aldus Kamerleden. Tijdens een debat vanochtend spreekt minister Van der Steur de kritiek tegen.

Leden van de Tweede Kamer vinden het niet nodig dat er nog meer maatregelen komen, maar dat het huidige beleid eindelijk eens goed wordt uitgevoerd. Zij wezen op meerdere voorbeelden van uit oorlogsgebieden terugkerende jihadisten die op een luchthaven gewoon door konden lopen omdat er geen alarmbel afging. Een Nederlandse terreurverdachte zou via Duitsland kunnen uitreizen omdat door een telefoonstoring het arrestatiebevel te laat werd uitgevaardigd. “Klungelig”, aldus PvdA-Kamerlid Recourt. “Waardeloos”, zo kwalificeerde VVD-Kamerlid Tellegen de gang van zaken. Hij maakt zich vooral zorgen over thuisblijvers die mogelijk een aanslag in Nederland aan het voorbereiden zijn. Tellegen wil dat meer ambtenaren en leraren getraind worden in het signaleren van radicalisering.

Bevroren
Van der Steur ontkent niet dat er fouten worden gemaakt, maar verzekerde het Parlement ervan dat Nederland wel goed is voorbereid. Volgens hem komen er op dit moment vrijwel geen jihadisten terug uit het Midden-Oosten, maar wordt daar wel rekening mee gehouden, als het Kalifaat van IS definitief uit elkaar valt.
De minister had het niet makkelijk. D66-Kamerlid Verhoeven hekelde de afluisterwetten, die ten koste gaan van de privacy van burgers, maar niet kunnen voorkomen dat jihadisten hun gang kunnen gaan. Ook was het volgens hem belachelijk dat verdachten van terrorisme nog altijd een uitkering ontvangen en dat zij het geld zelfs in Turkije uit de muur kunnen halen. Volgens het beleid zouden alle banktegoeden van jihadisten worden bevroren.