Geheime diensten mogen informatie met buitenland delen
De AIVD en MIVD mogen gegevens blijven uitwisselen met buitenlandse diensten, zo laat nu.nl weten. Dat heeft het gerechtshof van Den Haag bepaald in een rechtszaak van onder meer Privacy First, de Nederlandse Vereniging voor Journalisten en de Nederlandse Vereniging voor Strafrechtadvocaten.
De in het ongelijk gestelde organisaties zijn van mening dat de Nederlandse regering na de onthullingen van klokkenluider Edward Snowden over grootschalige dataverzameling door de Amerikaanse NSA en Britse GCHQ moet stoppen met het uitwisselen van gegevens. Volgens de aanklagers schendt vooral de NSA de grondrechten van burgers. Het gerechtshof vindt echter dat hiervoor onvoldoende bewijs is aangedragen. Bovendien hoeven buitenlandse inlichtingendiensten zich niet aan de Nederlandse wet te houden, zolang ze niet op Nederlands grondgebied opereren.
Wettelijke beperkingen
De rechters vinden wel dat de AIVD en MIVD hun buitenlandse contacten niet mogen gebruiken om Nederlandse wettelijke beperkingen te omzeilen. Volgens het hof is echter niet gebleken dat dit gebeurt. Advocaat Christiaan Alberdingk Thijm zegt namens de aanklagers tegen nu.nl dat hij teleurgesteld is in de uitspraak. Volgens hem is het niet mogelijk om meer bewijs te leveren omdat alles wat de diensten doen geheim is. Critici kunnen alleen gebruik maken van meldingen en die zijn schaars. De advocaat vindt dat de Nederlandse inlichtingendiensten altijd moeten nagaan waar informatie van buitenlandse diensten vandaan komt, voordat ze het zelf gaan gebruiken.
De Eerste Kamer bespreekt momenteel een nieuwe versie van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, die al door de Tweede Kamer is aangenomen. Deze versie geeft de AIVD en MIVD meer bevoegdheden om internetverbindingen af te tappen.