Gemeenten volgen zeker 160 geradicaliseerde moslims
Zeker 160 geradicaliseerde moslims worden momenteel door gemeente en politie- en veiligheidsdiensten actief in de gaten gehouden. Dat blijkt uit een inventarisatie van de Volkskrant onder 25 gemeenten. Die ontvangen sinds 2015 jaarlijks zes miljoen euro voor de versterking van de persoonsgerichte aanpak.
Amsterdam volgt 59 personen en Rotterdam 38. Ook in Den Haag, Utrecht, Delft, Arnhem, Zoetermeer en Gouda zijn de aantallen relatief hoog. De maatregel is duur, maar sorteert ook effect. Zo werd twee weken geleden in Arnhem de 34-jarige Hardi N aangehouden, die met zes andere aangehouden personen een terreurcel vormde, die een aanslag wilde plegen op een evenement. De gemeente had N al op de korrel en stuurde de inlichtingendiensten achter hem aan. Zo lopen er in Arnhem nog 25 personen rond die een potentieel gevaar vormen.
Zorgen
Bij de persoonsgerichte aanpak werken politie- en inlichtingendiensten, gemeentelijke instanties en zorginstanties – reclassering, jeugdzorg, jongerenwerkers – samen om geradicaliseerde moslims in de gaten te houden. De maatregelen verschillen van een wijkagent die aan de deur zijn zorgen uit, tot dwingende begeleiding naar werk of onderwijs. Soms kan justitie ook een gebiedsverbod opleggen. In Amsterdam worden behalve terroristen ook ‘gewone’ criminelen in de gaten gehouden. Daarbij gaat het om niet minder dan 600 personen. De 59 personen met een terreurrisico zijn veelal terugkeerders uit Irak en Syrië.
Kritiek
Niet iedereen is blij met de persoonsgerichte aanpak. Advocaten en mensenrechtenorganisatie Amnesty International keuren het af dat er geen democratisch toezicht is op de maatregel en dat er geen afweging plaatsvindt of deze vorm van toezicht in alle gevallen proportioneel is. Men vreest dat discriminatie ermee in de hand wordt gewerkt. “Soms treft de overheid mensen die niets misdaan hebben en niet snappen waarom juist zij aangepakt worden”, zegt advocaat Jo-Anne Nijland in de Volkskrant. Zij stond een cliënt bij die met de persoonsgerichte aanpak te maken had gehad. Terrorisme-onderzoeker Jelle van Buuren van de Universiteit van Leiden vindt de maatregel daarentegen juist heel goed. Er zijn volgens hem voorbeelden van zeer kwetsbare, jonge mensen die dreigden meegezogen te worden in radicale clubjes en die daaruit dankzij de persoonsgerichte aanpak bevrijd konden worden.