Grenscontroles leiden tot slechts 250 afwijzingen

De grenscontroles die het kabinet vorig jaar invoerde om illegale immigratie tegen te gaan, hebben in drie maanden tijd geleid tot de weigering van 250 vreemdelingen. Asielminister Marjolein Faber noemt dit resultaat ‘bemoedigend’ in een Kamerbrief, maar politiebonden reageren kritisch op haar uitspraken.
Volgens Nine Kooiman, voorzitter van de Nederlandse Politiebond (NPB), is de afwijzing van deze vreemdelingen niet te danken aan Faber, maar aan het vakmanschap van de veiligheidsdiensten. Zij stelt dat de minister met haar beleid capaciteit weghaalt bij de vreemdelingenpolitie, waardoor elders problemen ontstaan. Ook Ramon Meijerink, waarnemend voorzitter van politiebond ACP, plaatst kanttekeningen bij het resultaat. Hij benadrukt dat Nederland meer dan 840 grensovergangen heeft en waarschuwt tegen het politiek framen van grenscontroles.
Uitbreiding van de capaciteit
De geweigerde vreemdelingen voldeden niet aan de toegangsvoorwaarden. Sommigen konden hun reisdoel niet goed onderbouwen, hadden onvolledige papieren of werden als veiligheidsrisico beschouwd. Faber vergelijkt deze 250 afwijzingen met de 150 illegale vreemdelingen die de marechaussee in dezelfde periode vorig jaar aantrof bij mobiele controles. Ze stelt dat de controles binnen de bestaande capaciteit zijn uitgevoerd, zonder dat andere taken daaronder leden.
Naast de politiebonden uitten ook grensgemeenten zorgen over de maatregelen. Zij vrezen hinder voor bewoners en ondernemers en wijzen op het belang van vrij verkeer in grensregio’s. Burgemeester Joris Bengevoord van Winterswijk gaf aan dat gemeenten eerder betrokken hadden moeten worden bij de plannen.
Ondanks de kritiek blijft Faber bij haar beleid. Er is 150 miljoen euro vrijgemaakt voor uitbreiding van de capaciteit, onder meer voor extra personeel en camera’s. De controles lopen door tot 8 juni, waarna het kabinet beslist over een eventuele verlenging. Faber zal de Kamer voor de zomer informeren over de resultaten.