In Rotterdam-Zuid raakten zondag vijf boa’s gewond, toen zij met nog zeven collega’s werden belaagd door jongeren die zich niet aan de coronavoorschriften hielden. De politie was nodig om de vechtpartij te beëindigen. Daarbij werden twee raddraaiers aangehouden.

Het incident begon met het aanspreken van een groep van zes jongeren die te dicht bij elkaar zaten. Omdat de jongeren weigerden meer onderlinge afstand te houden, wilden de twee boa’s hen op de bon slingeren. Op het overtreden van coronamaatregelen staat een boete van 390 euro. Volgens Eric Lakenman van de Nederlandse BOA Bond kregen de zes hulp van een groep van veertien jongeren, waarbij een vechtpartij ontstond. De boa’s werden geschopt en geslagen, maar wisten met de noodknop op hun portofoon wel collega’s te waarschuwen. Die waren er snel bij, maar kregen eveneens klappen. Vijf boa’s liepen verwondingen op, waaronder een ontwrichte vinger en een gescheurde achillespees. De politie kwam ook snel en wist de vechtenden te scheiden. Daarbij werden twee aanhoudingen verricht.

Geweldsmiddelen
Voor de Nederlandse BOA Bond is het incident reden om opnieuw te pleiten voor een betere uitrusting van de buitengewoon opsporingsambtenaren. Ze zouden volgens Lakenman onder meer een wapenstok, pepperspray en een bodycam moeten krijgen. Hij waarschuwt voor toenemende agressie tegen de buitengewoon opsporingsambtenaren die de coronamaatregelen moeten handhaven. Vooral door groepen jongeren die weigeren afstand te houden. De politie heeft niet voldoende mensen om de regels te handhaven, zodat gemeenten er steeds vaker boa’s op afsturen. “Met een lege riem”, aldus Lakenman. Daarom durven die jongeren de confrontatie wel aan te gaan.” De voorzitter van de bond denkt dat de situatie in Rotterdam niet was geëscaleerd als de boa’s over wapenstokken en pepperspray hadden beschikt. Gerrit van de Kamp van politiebond ACP is het met hem eens. Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam verwacht daarentegen dat het geweld tegen boa’s alleen maar erger zal worden als zij wapens krijgen.