Hogere straf voor computercriminelen
Het gerechtshof Den Haag heeft twee mannen van respectievelijk 25 en 26 jaar veroordeeld voor verschillende computer-gerelateerde delicten. Aan de 26-jarige man is een gevangenisstraf van 4 jaar en 6 maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest. De andere man heeft een gevangenisstraf gekregen van 45 maanden, met aftrek van voorarrest.
Beide mannen zijn allereerst veroordeeld voor het vervaardigen en gebruiken van zogenaamde webinjects. Deze waren door hen via een botnet op een groot aantal computers geplaatst. De webinjects zorgden ervoor dat aan computergebruikers een ogenschijnlijk authentieke website van hun bank werd getoond, terwijl het in feite ging om een nauwelijks van echt te onderscheiden valse site. De door de computergebruiker op de valse site ingevoerde gegevens werden vervolgens afgevangen. Daarnaast werden ook de mobiele telefoons van getroffen rekeninghouders geïnfecteerd met speciaal daarvoor ontwikkelde en op maat gesneden malware (zogenaamde Perkele-software) die de daders in staat stelde om binnenkomende sms-berichten op die telefoons door te sluizen naar hun ‘werktelefoons’. Daardoor konden ook de (TAN-)codes worden onderschept waarmee banktransacties werden voltooid. Dankzij de verkregen gegevens kon vervolgens geld van de rekeningen van de slachtoffers worden overgeboekt naar de rekeningen van onder meer zogenaamde moneymules. Met een deel van de buitgemaakte gelden werden bitcoins gekocht. Zo hebben de mannen zich ook schuldig gemaakt aan gekwalificeerde diefstal en witwassen. Daarnaast zijn de mannen veroordeeld voor (poging tot) oplichting en valsheid in geschrift.
Voor het hof vormt het vervaardigen van de banking malware, het daarmee inbreken in de computers en telefoons en het vervolgens leegtrekken van bankrekeningen van de slachtoffers de kern van de strafzaak. Het hof rekent de daders daarbij vooral zwaar aan dat het gevaar van ontwrichting van het online betalingsverkeer, en het daarmee samenhangende maatschappelijke belang van behoud van stabiliteit van en vertrouwen in dat systeem, in deze zaak relatief groot is geweest.
De opgelegde straffen zijn hoger dan de straffen die eerder door de rechtbank waren opgelegd. Die had de mannen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 39 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, respectievelijk een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Het openbaar ministerie had tegen beide vonnissen hoger beroep ingesteld, omdat zij van mening was dat de opgelegde straffen te licht waren. Ook de 25 jarige man had hoger beroep ingesteld.