In 1775 zones in Nederland ontbreekt nog AED

Het aantal automatische externe defibrillators (AED) neemt nog steeds toe, maar er is nog lang geen sprake van een dekkend netwerk, waarbij altijd binnen 500 meter een apparaat beschikbaar is. Dat melden de Hartstichting en HartslagNU, die in kaart hebben gebracht waar er nog AED’s moeten komen.

Er zijn nu ongeveer 25.000 AED’s aangesloten bij oproepsysteem HartslagNU. Burgerhulpverleners, dat zijn mensen die opgeleid zijn in het reanimeren met behulp van een AED, kunnen daarvan gebruik maken als zij via het omroepsysteem een melding van een hartstilstand in de buurt hebben ontvangen. Het streven is om overal in Nederland binnen 500 meter een AED beschikbaar te hebben, maar dat is in 1775 zones nog niet het geval. Daarvoor zullen nog zo’n 3500 AED’s extra nodig zijn. Niet eenvoudig, want de apparaten kosten zo’n 1500 euro.

Buurtinitiatieven
Veel AED’s zijn te danken aan buurtinitiatieven. Bewoners zamelden geld in om centraal in de wijk een AED aan een van de woningen te kunnen bevestigen. Het zo ontstane AED-netwerk zorgt ervoor dat de kans op overleven bij een hartstilstand 25 procent is. Dertig jaar geleden was dat nog maar 9 procent.  Jaarlijks krijgen zo’n 17.000 mensen buiten het ziekenhuis een hartstilstand.
Om de kans op overlijden verder terug te dringen hebben de Hartstichting en HartslagNu in kaart gebracht waar de laatste AED-loze zones zich bevinden. Aart Bosmans, bestuurder van HartslagNu: “Lokaal zijn er grote verschillen te zien in de dekking. In plaatsen waar de gemeente en burgers betrokken zijn en waar veel actieve stichtingen zijn, zien we dat de AED-dekking vaak beter is.”
Marianne Spoelstra, projectleider bij de Hartstichting: “De sterke groei van het aantal burgerhulpverleners en aangemelde AED’s de afgelopen jaren laat zien hoe betrokken Nederlanders zijn bij het hartveiliger maken van hun omgeving.” Bij 50 procent van de oproepen wordt een AED als eerste door burgerhulpverleners aangesloten.

Deel dit artikel via: