Infrastructuur als zwakke schakel of basis voor controle

Technische beveiliging werkt alleen als de onderlaag klopt. Firewalls, detectie en toegangscontrole leveren weinig op wanneer de infrastructuur onoverzichtelijk of onstabiel is. Toch krijgen basislagen zoals netwerkopbouw, serverstructuur en toegangsbeheer in veel organisaties minder aandacht dan nodig is.
Juist daar ontstaan risico’s. Niet omdat systemen per definitie kwetsbaar zijn, maar omdat ze niet zijn ingericht om beheer en toezicht structureel te ondersteunen.
In veel organisaties groeit de IT-omgeving sneller dan de documentatie en het overzicht. Interne netwerken zijn verbonden met testomgevingen, externe koppelingen blijven openstaan en servers worden hergebruikt zonder herziening van het rechtenmodel.
Effectieve aanpak
Een effectieve beveiligingsaanpak begint bij strikte scheiding van logische onderdelen. Wie productie, beheer en test fysiek of virtueel gescheiden houdt, verkleint risico’s en maakt monitoring eenvoudiger. Hetzelfde geldt voor strikte controle over API-koppelingen en netwerksegmenten. Segmentatie is geen bijkomstigheid maar een randvoorwaarde voor risicoanalyse.
Beleid alleen is onvoldoende. Zonder technische afdwinging blijven procedures afhankelijk van discipline. Dat geldt voor wachtwoordbeleid, logging, autorisatie en configuratiestandaarden. Wat niet automatisch wordt afgedwongen, wijkt vroeg of laat af.
Bij een incident blijkt vaak dat logging ontbreekt, authenticatie te ruim was ingesteld of wijzigingsbeheer niet consequent werd toegepast. Oplossingen daarvoor zijn bekend: centrale identity management, versiebeheer, actieve monitoring. Maar implementatie vraagt om structuur in beheer en inrichting, niet alleen om tools.
Beveiligingsbeleid
Beveiliging wordt nog te vaak los gezien van IT-beheer. Terwijl vrijwel elk risico zijn oorsprong vindt in infrastructuur. Denk aan open poorten, standaardconfiguraties, onduidelijke rechten of onvoldoende logging.
Steeds meer organisaties erkennen dat goed ingerichte infrastructuur bijdraagt aan controle en herstelvermogen. Daarom wordt er vaker gewerkt met gespecialiseerde beheerders die dit in de basis meenemen. Zoals Proserve, dat bij het inrichten van omgevingen technische controlekaders direct toepast. Niet als toevoeging achteraf, maar als randvoorwaarde bij start en onderhoud.
Detectie en herstel
Monitoring is niet iets wat je inschakelt bij vermoeden van problemen. Het is een vast onderdeel van stabiel beheer. Doorlopend inzicht in wijzigingen, gebruikersactiviteiten en prestatie-afwijkingen maakt het mogelijk om te reageren voordat een storing of aanval impact heeft.
Die monitoring moet afgestemd zijn op de infrastructuur. Logging op componentniveau, integratie met netwerkbeveiliging en inzicht in wie wanneer iets heeft aangepast. Alleen dan ontstaat de technische basis waarop detectie, respons en herstel effectief kunnen plaatsvinden.
Beveiliging staat of valt met technische helderheid
Een omgeving die technisch goed is ingericht, is makkelijker te beveiligen. Niet omdat de risico’s verdwijnen, maar omdat afwijkingen sneller opvallen en beheerders weten wat normaal is. Wie dat op orde heeft, hoeft niet te vertrouwen op reactieve processen maar kan risico’s actief beperken. Dat is geen project, maar een onderdeel van dagelijks beheer. En precies daar moet infrastructuurbeheer beginnen.
Bron: proserve.nl.