Justitie wil met particuliere dna-databanken cold cases oplossen

Om vastgelopen moordzaken alsnog te kunnen oplossen wil het Openbaar Ministerie gebruik gaan maken van particuliere dna-databanken, zoals van de Amerikaanse bedrijven GEDMatch en FamilyTreeDNA. Dat schrijft NRC vandaag.
Begonnen wordt met een pilot om te kijken welke rol de databanken kunnen spelen in het oplossen van zeer ernstige strafzaken. De Amerikaanse justitie maakt al langer gebruik van particuliere dna-databanken om cold cases op te lossen en dat leidde al honderden keren tot succes. Zo werd een serieverkrachter opgespoord die dertien slachtoffers had vermoord. Toch ligt de aanpak ook in de VS gevoelig. Mensen hebben dna afgestaan om bijvoorbeeld hun familiegeschiedenis na te trekken en niet om de overheid te helpen misdrijven op te lossen. Bij GEDMatch en FamilyTreeDNA is het overigens wel mogelijk om aan te geven dat dna-profielen niet voor politieonderzoek gebruikt mogen worden. De databanken bevatten gezamenlijk zo’n 1,7 miljoen profielen.
Verre verbanden na te trekken
De verwachtingen zijn hooggespannen. Via de Amerikaanse dna-databanken zijn familiebanden tot de vijfde graad na te trekken. Zo kan dna-onderzoek via een heel verre neef uiteindelijk naar de dader leiden. Natuurlijk zullen niet veel Nederlanders hun dna aan de Amerikaanse bedrijven hebben afgestaan, maar omdat ook heel verre verwanten zijn op te sporen, denkt justitie veel te kunnen bereiken via bijvoorbeeld naar Amerika geëmigreerde familieleden.
Het gebruik van particuliere dna-databanken is bedoeld als opsporingsmiddel en niet als bewijsmiddel. Als een verdachte wordt opgespoord, is ook altijd nog regulier dna-onderzoek nodig. Rechercheurs en forensisch specialisten willen de methode zo snel mogelijk ook in Nederland inzetten. De top van het Openbaar Ministerie heeft hiermee ingestemd. Het laatste woord is aan de rechter-commissaris. Die moet toetsen of de voorgestelde methode legaal is.