Kamer stemt over verbod op cashbetalingen boven 3.000 euro
Dinsdag stemt de Tweede Kamer over een wetsvoorstel om cashbetalingen van meer dan 3.000 euro te verbieden. Dit voorstel, dat door het vorige kabinet werd ingediend, maakt deel uit van het plan van aanpak tegen witwassen. De partijen PVV, NSC en BBB pleiten echter voor een hogere limiet van 10.000 euro, omdat zij vinden dat het huidige voorstel te rigide is. Het verbod geldt alleen voor zakelijke transacties; privébetalingen vallen buiten de regeling.
Het wetsvoorstel was na de val van het vorige kabinet controversieel verklaard, maar in april vond een debat plaats waarin de Kamer instemde met een aangepaste versie. Deze versie beperkt zich tot het verbod op contante betalingen boven de 3.000 euro. Volgens toenmalig minister Van Weyenberg van Financiën biedt contant geld criminelen voordelen zoals anonimiteit, wat het risico op witwassen vergroot. Hij benadrukte dat een grens van 3.000 euro een goede balans vormt, mede gebaseerd op onderzoek naar het gebruik van contant geld door consumenten.
Tegenstanders, waaronder de PVV, NSC en BBB, vinden de voorgestelde limiet van 3.000 euro echter te laag en vrezen dat vooral gewone burgers hierdoor benadeeld worden. Kamerleden Joseph (NSC), Vermeer (BBB) en De Vree (PVV) hebben daarom een amendement ingediend om de grens te verhogen naar 10.000 euro, om onnodige verdachtmakingen en privacyschendingen te voorkomen.
Het wetsvoorstel wijkt af van de Europese Anti-Money Laundering Regulation, die een limiet van 10.000 euro hanteert voor zakelijke betalingen. De indieners van het amendement wijzen erop dat het kabinet niet duidelijk maakt waarom Nederland strengere regels wil invoeren dan de Europese wetgeving voorschrijft. Zij pleiten daarom voor een proportionele aanpak met een hogere limiet van 10.000 euro.