Mag OM vervolgen op basis van onderzoek door verzekeraar?

Donderdag speelt voor het gerechtshof in Den Haag een voor het Openbaar Ministerie (OM) principiële zaak. In een drietal zaken komt de vraag aan de orde of het OM verdachten mag vervolgen op basis van een onderzoek uitgevoerd door onderzoekers van verzekeringsmaatschappijen naar verzekeringsfraude.

De rechtbank oordeelde eerder dat het OM in deze zaken niet-ontvankelijk was. Tegen dat oordeel ging het OM in hoger beroep.
Het OM heeft samen met de politie en de verzekeringsbranche in 2017 afspraken gemaakt. Doel daarvan is te onderzoeken hoe de expertise en capaciteit van verzekeringsmaatschappijen kan worden ingezet voor zaken waarin verzekeringsfraude wordt vermoed.

Noodzaak
De noodzaak is volgens het OM evident. Uit een publicatie van het Verbond van Verzekeraars blijkt dat in 2020 het aantal bewezen verklaarde verzekeringsfraudes is verdubbeld. Het gaat daarbij om een kleine 13.000 fraudezaken waarbij zo’n 88 miljoen euro onterecht werd uitgekeerd aan fraudeurs. Veel van deze zaken worden afgehandeld door de verzekeringsbranche zelf. In een aantal zaken wordt aangifte gedaan, omdat daar op zodanige wijze is gefraudeerd dat een strafrechtelijke afdoening noodzakelijk wordt geacht.

Capaciteit
De praktijk wijst alleen uit dat er binnen de bestaande opsporingscapaciteit niet voldoende ruimte is om alle aangiftes van verzekeringsfraude op adequate en tijdige wijze te onderzoeken. Om die reden is er voor gekozen om in een aantal zaken te onderzoeken op welke wijze, met inzet en medewerking van de verzekeringsmaatschappijen zelf, deze voor de rechter kunnen worden gebracht. Daarbij is het uitgangspunt dat de inzet van de schaarse opsporingscapaciteit beperkt blijft en het zwaartepunt van het onderzoek bij de – daartoe opgeleide – deskundigen van de verzekeringsmaatschappijen ligt. Door het OM niet-ontvankelijk te verklaren heeft de rechtbank deze werkwijze gediskwalificeerd.

Varianten
In hoger beroep wil het OM de zaken opnieuw aan de rechter voorleggen, waarbij twee verschillende varianten aan de orde zullen komen. De eerste is dat het door de verzekeringsmaatschappij uitgevoerde onderzoek, zonder verdere tussenkomst van de politie, na bestudering door de officier van justitie, leidt tot vervolging van de verdachte. De tweede variant is dat het onderzoeksdossier van de verzekeringsmaatschappij wel aan de politie wordt overgedragen. De politie beperkt zich vervolgens tot het horen van de verdachte op basis van het door de verzekeringsmaatschappij opgemaakte dossier.

Groot belang
Een onderzoek door goed opgeleid en gecertificeerd personeel binnen de verzekeringsbranche kan zorgen voor meer strafzaken met minder of geen inzet van politiecapaciteit. De uitspraak van het hof kan van groot belang zijn voor de wijze waarop in Nederland wordt vorm gegeven aan publiek private samenwerking op het gebied van bestrijding van criminaliteit. Dit is niet beperkt tot verzekeringsfraude.

Deel dit artikel via: