Meer meldingen maar brandweer rukt minder vaak uit

De brandweer rukt minder vaak uit. Vorig jaar verlieten de spuit- en ladderwagens 138.000 keer de kazerne. Dat is 8000 keer minder dan een jaar eerder.

Het aantal brandmeldingen is iets gestegen, maar steeds vaker worden die meldingen afgehandeld in de meldkamer, meldt CBS. Dat gebeurde vorig jaar in 35 procent van de gevallen. Tweederde van de alarmeringen komt binnen via een automatische brandmelder. De brandweer probeert de loze meldingen eruit te filteren en zoekt tegenwoordig eerst uit of er daadwerkelijk brand is voor de wagens de weg op gaan.

brand meldingenWe hebben veel last van die loze meldingen, zegt voorzitter Stephan Wevers van Brandweer Nederland.

In vergelijking met 2013 is het aantal brandmeldingen vorig jaar met 4 duizend gestegen naar ruim 130 duizend. De brandweer hoefde niettemin zo’n 6 duizend keer minder uit te rukken voor een brand dan in 2013.

Tweederde van de brandmeldingen komt binnen via een automatische alarminstallatie. Zo’n 40 procent van deze meldingen werd afgehandeld in de meldkamer. Bij zowel de automatische als de telefonische meldingen hoefde er minder vaak uitgerukt te worden.

Het aantal verzoeken om hulp is gedaald. Vorig jaar kwamen bij de brandweer 102.000 verzoeken binnen, een daling van 6.000. Bij zulke verzoeken gaat het bijvoorbeeld om hulp bij stormschade en wateroverlast.

Responstijd

De brandweer heeft in 2014 gemiddeld 7,4 minuten nodig gehad om bij een brand te komen. Brandweereenheden rukten in dat jaar gemiddeld na 2,8 minuten uit en waren daarna ongeveer 4 minuten onderweg. De meldkamer van de brandweer had gemiddeld 0,6 minuten nodig om de eenheid te alarmeren. Daarmee is de brandweer in 2014 even snel als het jaar daarvoor.

De responstijd bestaat uit de tijd die de brandweercentralist nodig heeft om de eenheid te alarmeren, de tijd om uit te rukken na alarmering en de tijd die nodig is voor de rit naar het incident. Brandweerkorpsen in veiligheidsregio’s die meer gebruik maken van vrijwillige brandweerlieden hebben overwegend een langere responstijd dan korpsen die vooral gebruik maken van beroepskrachten. De vrijwilligers hebben tijd nodig om op de kazerne te komen, in tegenstelling tot de al aanwezig beroepskrachten. Daarnaast hebben korpsen in regio’s die dunner bevolkt zijn en waar de rijafstanden groter zijn, ook een grotere responstijd.

De brandweer van de Veiligheidsregio Drenthe was in 2014 met 9,7 minuten responstijd het minst snel ter plekke. Het korps van Limburg-Noord had met gemiddeld 5,2 minuten een langere rijtijd maar was met iets meer dan 9 minuten iets sneller aanwezig op de plek van het incident dan de collega’s van de Drentse veiligheidsregio.

Met een responstijd van in totaal 6 minuten is de brandweer van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond in 2014 van alle regio’s gemiddeld het snelst ter plekke. De brandweermeldkamer van de veiligheidsregio had gemiddeld  0,3 minuten nodig om de brandweereenheid te alarmeren. De brandweereenheid  rukte daarna met 1,7 minuten het snelst van alle korpsen uit en had 4 minuten nodig om naar de plek van het incident te rijden. Alleen de korpsen van de Veiligheidsregio’s Zuid-Holland-Zuid en Zaanstreek-Waterland hadden met 3,5 minuten iets minder rijtijd nodig.

 

Deel dit artikel via: