Onder leiding van de VNG buigt een werkgroep van gemeenten zich over het vraagstuk van het uniform voor een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) in de openbare ruimte.

Dit vloeit voort uit een afspraak tussen het Rijk en de VNG, gemaakt in Strategisch Beraad Veiligheid. In de visie van de VNG is opgenomen dat het uitgangspunt een model uniform zal zijn, dat niet landelijk verplicht wordt.

Ook de herkenbaarheid van de boa voor de burger draagt bij aan verdere professionalisering en kan in belangrijke mate de subjectieve veiligheidsbeleving van de burgers vergroten. Burgers weten dan dat ze met een buitengewoon opsporingsambtenaar van doen hebben die beschikt over opsporingsbevoegdheden en kan handhaven.

De werkgroep is begin april bijeen gekomen en heeft een start gemaakt met het formuleren van uitgangspunten over het bevorderen van de herkenbaarheid van een boa openbare ruimte. Het model uniform gaat uit van een aantal unieke kenmerken die de herkenbaarheid van de boa in de openbare ruimte bevordert. Te denken valt aan kleurstelling en het boa insigne. Er wordt ruimte gelaten voor het toevoegen van lokale elementen zoals de naam van de gemeente. Naar verwachting zijn de uitgangspunten na de zomer klaar.

Download: Visie boa in de openbare ruimte (pdf)