Mogelijk opnieuw onterechte beschuldigingen van fraude

Na de toeslagenaffaire, waarbij burgers ten onrechte van fraude werden verdacht, lijkt de geschiedenis zich te herhalen. Ditmaal gaat het om het Inlichtingenbureau, dat bedoeld is om fraude met uitkeringen op te sporen. De Autoriteit Persoonsgegevens eist binnen vier weken opheldering, zo meldt dagblad Trouw.
Het Inlichtingenbureau is in 2001 opgericht door het ministerie van sociale zaken. Het helpt gemeenten bij het voorkomen en opsporen van fraude met uitkeringen. Dat gebeurt onder andere door het met behulp van zelflerende algoritmes analyseren van gegevens van de Belastingdienst, gemeenten en het UWV. Volgens voorzitter Aleid Wolfsen van de Autoriteit Persoonsgegevens ontstaat daarbij het risico dat mensen op ‘verkeerde lijstjes’ terecht komen, net zoals dat bij de toeslagenaffaire is gebeurd. Hij wil niet dat burgers opnieuw slachtoffer worden van onrechtmatig overheidshandelen en eist daarom binnen vier weken opheldering over de manier waarop het Inlichtingenbureau de gegevens van burgers verwerkt.
Privacywet
Het Inlichtingenbureau moet aantonen dat het zich aan de Europese privacywet houdt en anders onmiddellijk stoppen met illegale burgerdataverwerkingen, vindt Wolfsen. Volgens hem werkt de instantie met een ‘dataoceaan’ die door veel organisaties wordt gebruikt, zonder dat iemand precies weet wat er gebeurt. De AP trok al eerder aan de bel. Dat was in 2018, toen de Algemene Verordening Gegevensbescherming van kracht werd. Het Inlichtingenbureau beloofde toen te zorgen voor conformiteit met de AVG, maar gaf in het jaarverslag over 2020 zelf toe dat dit nog niet in voldoende mate is gebeurd. Intussen hebben verschillende gemeenten op advies van de instantie uitkeringen stopgezet en geld teruggevorderd. Niet bekend is in hoeverre dit terecht is geweest.