Naar wie mag je een ontvangen e-mail doorsturen?
Wanneer mag je een e-mail doorsturen en naar wie mag dat? ICT-jurist Arnoud Engelfriet geeft antwoord.
Met toestemming mag het natuurlijk. Die toestemming hoeft niet expliciet genoemd te zijn. Als de mail duidelijk ook bedoeld is voor Wim, dan mag de ontvanger de mail doorsturen naar Wim. Denk aan een vergeten geadresseerde, of een vraag of je Wim even bijpraat. Of wanneer het logisch is: als ik een drukproef krijg die er goed uitziet, mag ik de mail van de ontwerpster doorsturen naar de drukker zodat die aan de slag kan.
Een e-mailbericht zal al snel onder het auteursrecht vallen. Daarvoor is niet veel creativiteit nodig; een mail met meer dan “ik zie je morgen” of iets dergelijks triviaals is al beschermd. Op grond van het auteursrecht mag je mail dus niet zomaar doorsturen. Ook niet een deel bij wijze van citaat: citeren mag alleen als het werk gepubliceerd is, en daarvan is geen sprake bij e-mail. (Tenzij het naar een openbare mailinglijst gaat of zo natuurlijk.)
Het briefgeheim wordt ook vaak als argument gehanteerd, maar a) dat geldt niet voor mail en b) de strafwetbepalingen omtrent wederrechtelijke toegang tot mailboxen zijn niet van toepassing op de ontvanger van een mail. Het is ook geen schending van het briefgeheim om een ontvangen papieren brief naar een derde door te sturen.
De privacy kan ook nog een rol spelen, afhankelijk van de inhoud van de mail. Een privémailbericht zal naar zijn aard privégegevens van de afzender (of een derde) bevatten, en die doorsturen kan dan een verwerking van persoonsgegevens opleveren. En dat mag alleen met toestemming, of bij een dringende noodzaak die zwaarder weegt dan de privacy van de betrokken persoon. Maar bij een zakelijk bericht (bv. een offerte) zou ik dit geen sterk argument vinden.
altijd,
Het enige echte excuus dat ik kan bedenken om zonder toestemming een privémailbericht door te sturen, zou zijn als de inhoud zó belangrijk is dat het belang voor de derde-ontvanger om het te weten, zwaarder moet wegen dan het auteursrecht en de privacy van de afzender. Juridisch beroep je je dan op de vrijheid van meningsuiting, die vereist dat deze informatie met derden wordt gedeeld en waarbij dat vereiste zo ernstig is dat je de rechten van de afzender mag negeren. Dat is geen eenvoudige bewijslast.
In de praktijk gaat dat natuurlijk meestal goed, maar je wilt niet weten hoe veel vragen ik krijg over doorzendingen van mails waar de afzender niet blij van werd. Men beklaagde zich bij een collega en ziet de mail bij de baas eindigen; men riep wat tegen de voorzitter van de vereniging en die cc’t het gehele bestuur in zijn reply; men dacht een goede vriend bij te praten en die forwardt het bericht met “haha wat een mafkees” naar 300 vrienden en bekenden. Ik weet alleen niet of deze blog daarbij gaat helpen. Want heeft het nut om juridisch te gaan doen als mensen bereid zijn de mores rond e-mail te negeren?
Arnoud Engelfriet: blog.iusmentis.com