Niet duidelijk of biometrie bijdraagt aan identificatie vreemdelingen
Uit drie achtereenvolgende evaluaties van de Wet biometrie in de vreemdelingenketen (Wbvk) blijkt dat volgens de medewerkers in die keten het gebruik van biometrie (gezichtsfoto en vingerafdrukken) van grote toegevoegde waarde is. Zij zeggen dat zonder biometrie de processen in de vreemdelingenketen veel minder efficiënt kunnen worden uitgevoerd. Dit blijkt uit onderzoek in opdracht van het WODC.
Het derde evaluatieonderzoek is uitgevoerd door Pro Facto en de Universiteit Utrecht in opdracht van het WODC. De Wbvk is op 1 maart 2014 in werking getreden en toen is vastgelegd dat de wet binnen 5 jaar moest worden geëvalueerd. De eerste evaluatie vond al in 2016-2017 plaats en de tweede in 2018-2019. In 2020 stelde de Raad van State dat verlenging van de Wbvk gepast is, mits een derde evaluatie uitsluitsel geeft over de effectiviteit, het nut en de noodzaak van de wet. Dit onderzoek laat zien dat die doelstelling niet volledig haalbaar is. Zo kon ook in de derde evaluatie niet worden vastgesteld of het uiteindelijke doel van de wet wordt behaald, het verbeteren van de identiteitsvaststelling van vreemdelingen. Dat heeft onder andere te maken met de wijze van registratie van identiteitsfouten en dat het heel moeilijk is om aan te tonen dat deze wet identiteitsfraude voorkomt. Met het oog op de verlenging van de wet voedt dit onderzoek de discussie over wat zwaarder weegt: de efficiëntie van het proces in de vreemdelingenketen of het kunnen aantonen van de effectiviteit van de wet.
Tweeledig beeld
Enerzijds stellen de bevraagde medewerkers in de vreemdelingenketen unaniem en zonder twijfel dat de mogelijkheid om biometrie te gebruiken een onmisbare schakel vormt in het proces. Zonder de Wbvk zouden zij vaak moeten terugvallen op documenten en verklaringen van vreemdelingen, wat een flink effect op de benodigde capaciteit zou hebben. Bovendien is biometrie in veel gevallen het enige sluitende en haalbare middel om te borgen dat de registratie van de identiteit van vreemdelingen goed verloopt. Het is een integraal onderdeel van de processen geworden. Voor de ketenpartners is een scenario zonder het gebruik van biometrie moeilijk voor te stellen. Anderzijds zien de onderzoekers dat het, net als bij de vorige twee evaluaties, moeilijk is om de waarde van de wet met cijfers te onderbouwen. De rapportage over onregelmatigheden bij het vaststellen van de identiteit kan beter, sneller en gedetailleerder. Daarmee zouden er meer actuele cijfers zijn, die beter te duiden zijn. Los daarvan zien de onderzoekers dat bijvoorbeeld het aantal pogingen tot identiteitsfraude dat door de wet wordt voorkomen, niet is te achterhalen of onderbouwd is in te schatten.
Privacy-aspect
Een derde aspect dat een rol speel in de discussie over de verlenging van de Wbvk is de privacy van de betrokkenen en een overheid die terughoudend is in het ongebreideld verzamelen van persoonsgegevens. Het is van belang dat het gebruik van biometrische gegevens in de vreemdelingenketen op een zorgvuldige manier plaatsvindt. Weinigen zullen tegenstander zijn van een efficiënte werking van de keten en het voorkomen van identiteitsfraude, maar het blijft van belang telkens kritisch te kijken waarom informatie wordt verzameld en of dit geen te grote inbreuk is op de privacy van vreemdelingen. Ook vanuit het oogpunt van non-discriminatie.