Nieuwe kaders en regels nodig tegen cybercrime
Minister Opstelten van Justitie ziet een noodzaak voor nieuwe regelgeving rond cybercrime. Hij is echter afhankelijk van Europese ontwikkelingen. Ook is nog veel onduidelijk over de rechten van politie en justitie. Cybercrime kost de Nederlandse samenleving jaarlijks tenminste tien miljard euro, oftewel 1,5 tot 2 procent van ons bbp.
Eerder had Opstelten in een brief aan de kamer gesteld dat het huidig juridisch kader tekort schiet. Wat er precies zal moeten veranderen moet nog blijken uit onderzoeken.
Cybercrime kost de Nederlandse samenleving jaarlijks tenminste tien miljard euro, oftewel 1,5 tot 2 procent van ons bbp. Dat is evenveel als de economische groei die we in 2010 nog hadden. Dit blijkt uit verkennend onderzoek door TNO. Er zijn echter sterke aanwijzingen dat de werkelijke kostenpost een factor twee of drie hoger ligt. Nader onderzoek moet uitwijzen waar de schade precies wordt geleden en hoe de kosten terug zijn te dringen.
Van de totale schade komt drie kwart voor rekening van het bedrijfsleven, de overheid draait op voor zo’n vijftien procent en de burger voor tien procent. De grootste schadeposten komen ook voor in het bedrijfsleven: inbreuken op intellectuele eigendom zijn goed voor 3,3 miljard euro, gevolgd door industriële spionage ter waarde van 2 miljard. Met 1,5 miljard euro staat belasting- en uitkeringsfraude op de derde plaats. Inzicht in de daadwerkelijke kosten van cybercrime zou een noodzakelijke aanvulling zijn op onder meer het Cybersecuritybeeld van het Nationaal Cyber Security Centrum, waarin de dreigingen in het ICT-domein worden beschreven.









































































































