Nieuwe wet maakt evenementenbeveiliging stuk duurder
Het festivalseizoen begint: evenementen, concerten, dancefeesten, overal in het land zorgen beveiligers dat het veilig verloopt. Ze zijn snel oproepbaar, opgeleid en ervaren, gescreend en in uniform. Ze kiezen zelf op welke evenementen ze willen staan. Maar die vrijheid vervalt op 1 juli, dankzij de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) – ook wel de Flexwet genoemd.
Een kaartje voor een evenement gaat volgens de Nederlandse Veiligheidsbranche stukken duurder uitvallen en de veiligheid komt onder druk te staan. Dus deze branche moet ook de uitzonderingspositie in de wet krijgen, vindt Laetitia Griffith, voorzitter van de Nederlandse Veiligheidsbranche.
Tijdelijke contracten in de evenementenbeveiliging zijn nu voor de duur van een evenement. De medewerkers kunnen daardoor zelf bepalen welk evenement ze willen beveiligen. Voor evenementenbeveiligers is het een populaire bijklus, naast hun reguliere werk of studie. De vrijheid en flexibiliteit om ‘nee’ te zeggen tegen een beveiligingsopdracht, is na 1 juli 2016 voorbij voor deze oproepkrachten.
Uitstroom ervaren krachten
Met een contract volgens de WWZ zullen ze gehoor moeten geven aan een oproep, ook als het ze niet uitkomt of als ze die dag al ander werk hebben. Deze wijziging zal leiden tot een enorme uitstroom van ervaren krachten. Voor werkgevers gaan de kosten flink omhoog. De huidige cao kent de ‘voorovereenkomst oproepkrachten’, waarbij het niet verplicht is loon door te betalen als er geen evenement is. Na 1 juli moet dat wel. Ook mogen medewerkers na een aantal contracten 6 maanden niet worden ingezet. Zo wordt een prima balans tussen werkgevers, werknemers en sociale partners, volledig verstoord.
Kosten acht keer hoger
Voor werkgevers betekenen deze wijzigingen, met de verwachte uitstroom van de vrijwillige flexers, dat zij een acht keer zo grote groep oproepkrachten moeten aanhouden. Dus ook acht keer zoveel uniformen, opleidingen, screeningen, badges…. Voor een middelgroot evenementenbeveiligingsbedrijf lopen de kosten op met enkele tienduizenden euro’s per jaar. Deze hogere kosten moeten worden doorberekend in de toegangskaarten – en daarmee aan de consument.
Verlies aan ervaring
Daar waar dat niet kan, zullen bedrijven interen op hun toch al geringe marges. Bedrijven zullen daardoor financieel ernstig in de problemen komen. Het aanhouden van een grotere pool beveiligers én het hogere verloop leidt ook tot verlies van ervaring en locatiekennis. Beveiligers kennen elkaar niet meer, wat de veiligheid zeker niet bevordert. Of de markt kiest voor minder beveiliging, of ongekwalificeerde beveiligers, met alle risico’s van dien.
Zes maanden thuis
Een student die nu in zijn vrije tijd bijverdient met werken op evenementen, kan daar na 1 juli niet meer mee uit de voeten. Nu kan hij ‘nee’ zeggen als hij een herexamen heeft. Met een contract volgens de WWZ is die vrijheid er niet meer. Of denk aan de voetballiefhebber die ’s avonds graag in het stadion aan het werk is. Als er in de loop van de dag wordt opgeschaald op basis van de inschatting van de burgemeester, kan hij op dat moment direct inspringen. Hij kent de collega-beveiligers, weet zijn weg in het stadion. Een nul-urencontract gaat hij niet tekenen, want hij ziet zichzelf niet als evenementenbeveiliger op een dance-event staan. Zo’n contract betekent ook dat hij na een handvol wedstrijden 6 maanden op de bank moet zitten. Terwijl die extra uren van voetbalwedstrijden juist een mooie aanvulling zijn op zijn inkomen.
Uitzonderingspositie
De WWZ lost volgens SZW onvrijwillig verblijf in de flexibele schil op. In de evenementenbeveiliging kiezen mensen juist voor de flexibiliteit, bepalen zelf wanneer en waar ze werken. Gelukkig is er een uitzonderingspositie in de wet voor branches waarin de ‘intrinsieke aard van de bedrijfsvoering’ daartoe noopt. Die geldt voor branches waar het ene seizoen veel werk is en het andere seizoen niet. Juist deze branche, met de intensieve zomermaanden en stille winters, lijkt de minister over het hoofd te hebben gezien. Hij heeft nog tot 1 juli de tijd die fout te repareren.
Bron: De Nederlandse Veiligheidsbranche