Beperkt zicht op ondermijning in zuiden van Nederland

De politie heeft in Noord-Brabant en Zeeland slechts beperkt zicht op ondermijningsproblematiek in de zeehavens van Moerdijk en Zeeland Seaports, in de binnenvaart- en jachthavens, op de kleine luchthavens en op spoorterminals. Dit blijkt uit onderzoek van Tilburg University samen met de politie in opdracht van het Onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap.

Problemen zoals drugssmokkel en -productie, transporten van chemicaliën voor de fabricage van synthetische drugs, afvalsmokkel en grootschalige diefstallen, komen vaak slechts bij toeval aan het licht. Er zijn vele publieke en private partijen die een rol (kunnen) spelen bij het toezicht en de handhaving op deze locaties. In samenwerkingsprojecten wordt de informatie-uitwisseling en integrale aanpak gestimuleerd, maar het blijkt niet eenvoudig om dat op een bestendige manier te organiseren.

Integrale aanpak
De politie en Tilburg University analyseerden de door de politie op deze locaties geregistreerde feiten die verwijzen naar ondermijningsproblematiek en interviewden 15 functionarissen die betrokken zijn bij de integrale aanpak. Daarnaast namen zij diverse opsporingsonderzoeken onder de loep, onder andere naar het misbruik van een jachthaven als criminele ontmoetingsplaats, het aantreffen van een drugslaboratorium op een binnenvaartschip in Moerdijk en cocaïnesmokkel via de zeehavens en een kleine luchthaven.

Topje van de ijsberg
Op basis van de verzamelde informatie valt niet te zeggen of slechts het topje van de ijsberg zichtbaar is, of dat criminelen de voorkeur blijven geven aan de grote transporthubs of aan andere smokkelroutes. De locaties zijn voor criminelen potentieel aantrekkelijk vanwege de vaak afgelegen ligging, de anonimiteit en de wisselende niveaus van toezicht en beveiliging. Informatie waarover uiteenlopende partijen beschikken kan niet altijd tijdig worden uitgewisseld, waardoor instanties te laat komen om verdachte goederen of personen te kunnen controleren. De politie en de andere betrokken partijen onderkennen de problemen en investeren, in onderlinge samenwerking, in informatiegestuurde en risicogerichte opsporing en handhaving. Daarbij moeten economische belangen echter steeds worden meegewogen.

De infrastructuur van de Brabantse en Zeeuws zeehavens, jachthavens, kleine luchthavens, en spoorterminals is daarmee kwetsbaar voor ondermijning. De verantwoordelijke instanties zullen daarom het toezicht, de handhaving en de beveiliging op deze locaties verder op orde moeten brengen.

Het rapport is hier te downloaden.

Deel dit artikel via: