Beroofde drugsdealer door verzekering gecompenseerd

Geschillencommissie Kifid bepaalde onlangs dat Univé een claim van 2500 euro moet honoreren, die was ingediend door de moeder van een jongen die tijdens een hashdeal werd beroofd. De verzekeraar had dit eerst geweigerd, omdat sprake zou zijn van een illegale activiteit, maar werd door Kifid in het ongelijk gesteld.

Een cliënt van Univé wil de schade als gevolg van een beroving van haar zoon verhalen op haar woonverzekering. De verzekeraar wilde de schade niet vergoeden omdat de schade zou zijn ontstaan bij illegale activiteiten. De Geschillencommissie van Kifid oordeelde anders. Een voorbereidingshandeling voor de handel in drugs is alleen strafbaar als het gaat om harddrugs. In deze zaak ging het om ‘hasjiesj’ die in de Opiumwet staat vermeld als softdrug. De handeling van de zoon was niet in strijd met de wet en in die zin niet aan te merken als illegaal. De schade als gevolg van beroving diende de verzekeraar in deze situatie te voldoen.

Beroofd
De zoon van de cliënt had voorbereidingen getroffen voor een hasjdeal. Hij had een afspraak gemaakt, een auto gehuurd en geld gepind. De hasjdeal zelf is niet doorgegaan, omdat de zoon van de cliënt daarvóór al was beroofd. De cliënt claimde op haar woonverzekering van Univé een bedrag van 2.500 euro voor de schade als gevolg van de beroving. De verzekeraar wees de claim af. De verzekeraar ‘betaalt niet als de schade komt terwijl er illegale activiteiten plaatsvinden’, zo staat het in de voorwaarden. Een zogenoemde dekkingsuitsluiting.

Beperkte of ruime definitie?
De eerste vraag die de Geschillencommissie zich stelde, was of hier sprake was van een ‘illegale’ activiteit of niet. In de voorwaarden is geen definitie voor ‘illegaal’ gegeven. De verzekeraar vond dat de handel in drugs of betrokkenheid daarbij is aan te merken als illegale praktijk, omdat het strafbaar is. De cliënt las ‘illegale activiteiten’ als ‘activiteiten die in strijd zijn met de wet’,. De Geschillencommissie overwoog dat in zijn algemeenheid geldt dat een dekkingsuitsluiting beperkt moet worden uitgelegd. Dit met het oog op het doel van de verzekering en het risico dat hiermee wordt gedekt. Nu in deze klachtzaak meerdere lezingen mogelijk waren, kreeg de voor de cliënt meest gunstige lezing voorrang.

Illegale activiteit of niet?
De Geschillencommissie zag zich gesteld voor de vraag of de zoon van de cliënt in strijd met de wet had gehandeld. De cliënt stelde dat er sprake was van voorbereidingshandelingen die niet strafbaar zijn. Volgens de verzekeraar ging het om een strafbare poging tot de handel in softdrugs. De Geschillencommissie concludeerde dat de handelingen van de zoon geen ‘activiteiten in strijd met de wet’ zijn te noemen. Er is slechts een afspraak gemaakt, een auto gehuurd en er is geld overhandigd als borg. Niet is komen vast te staan dat de hasj of de persoon in bezit van de hasj aanwezig was op het moment van de beroving. En dus staat een strafbare poging niet vast. En van een strafbare voorbereidingshandeling is evenmin sprake omdat het gaat om softdrugs.

Maatschappelijk ongewenst
In de uitspraak maakt de Geschillencommissie duidelijk dat zij zich ervan bewust is dat het voorbereiden van een hasjdeal in de volksmond een maatschappelijk ongewenste praktijk is. Maar iets wat in de volksmond ‘illegaal’ wordt genoemd is daarmee nog niet feitelijk of juridisch illegaal. Nu het om een dekkingsuitsluiting ging in een verzekering en het begrip ‘illegaal’ in de verzekeringsvoorwaarden niet werd uitgelegd, ging in deze klachtzaak de beperkte uitleg van het begrip vóór de ruimere uitleg van de verzekeraar. De verzekeraar zal de schade als gevolg van de beroving alsnog aan de cliënt moeten vergoeden.

De uitspraak (GC2020-153) in deze klacht van een consument tegen Univé is bindend.

Deel dit artikel via: