Rond de ministeries van Veiligheid en Justitie en het nieuwe complex van het Rijk aan de Rijnstraat in Den Haag komt een zogenoemde ‘beveiligingsring’. Die bestaat uit onder andere paaltjes die uit de grond komen als er sprake is van een dreiging.
Het Rijk werkt momenteel aan de vernieuwing van het ministeriële complex aan de Rijnstraat 8. Begin 2017 wordt hier onder andere het ministerie van Buitenlandse Zaken gehuisvest. Het naastgelegen complex aan de Turfmarkt 147 is onder meer in gebruik door het ministerie van Veiligheid en Justitie. De gemeente, politie en de betrokken ministeries hebben op basis van het collegiaal advies van de NCTV over het te hanteren dreigings- en beveiligingsniveau voor deze ministeries beveiligingsmaatregelen afgestemd. Er is voor gekozen, naast de beveiligingsmaatregelen aan/in het gebouw, een beveiligingsring te realiseren in de openbare ruimte rond de ministeriële complexen aan de Rijnstraat 8 en Turfmarkt 147. Deze beveiligingsring bestaat voornamelijk uit beweegbare bollards in de openbare ruimte die, bij activering, een gesloten ring vormen om te voorkomen dat een gemotoriseerd voertuig in dit gebied kan komen of de gevels van de gebouwen kan bereiken. Voetgangers en fietsers kunnen er wel door, tenzij besloten wordt het gebied volledig af te sluiten. In een eerder stadium is een deel van de ring aan de Schedeldoekshaven ter hoogte van Turfmarkt 147 reeds gerealiseerd.
Realisatie
De gemeente is in samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) verantwoordelijk voor het ontwerp, engineering en realisatie van de beveiligingsring. Op dit moment ligt er een definitief ontwerp van de beveiligingsring. Dit vormt de basis voor het opstellen van de bestekken die nodig zijn voor de aanbesteding en uitvoering van de beveiligingsring in de tweede helft van 2016 tot en met begin 2017.Hierbij is het RVB de aanbestedende dienst.
Het ontwerp om tot een gesloten beveiligingsring te komen bestaat voornamelijk uit bollards. In verband met de beperkte ondergrondse ruimte (tunneldak, kabels & leidingen) is gekozen voor een bollard-systeem dat in twee delen verzonken kan worden (telescopisch). Dit voldoet aan de gestelde veiligheidsnormen vanuit de NCTV. Op sommige plekken is de ondergrondse ruimte zelfs dusdanig beperkt dat hier enkel met vaste bollards gewerkt kan worden.
In het ontwerp zijn zoveel mogelijk verzonken bollards ingetekend voor zover dit technisch mogelijk is en past binnen het projectbudget (verzonken bollards zijn relatief duur). Op de belangrijkste locaties qua ruimtelijke kwaliteit en doorstroming van het verkeer, zoals de Turfmarkt, zijn de meeste verzinkbare bollards ingetekend. Deze worden aangevuld met vaste palen. Waar mogelijk wordt verder gebruik gemaakt van bestaande fysieke barrières zoals tramhaltes, Koningstunnel en de gracht. Indien nodig worden hier aanpassingen gerealiseerd zodat de ring voldoet aan de veiligheidseisen. Het ontwerp van de ring is afgestemd met alle betrokken partijen in het gebied zoals de betrokken ministeries, politie, brandweer, ondernemers, HTM en HMS.
Beslisprotocol
In het beslisprotocol is bepaald dat de burgemeester te allen tijde verantwoordelijk is voor het al dan niet (de)activeren van de beveiligingsring. In het protocol wordt verder onderscheid gemaakt in verschillende situaties (nieuwe dreigingsinformatie vanuit NCTV en concrete acute dreiging). De processtappen van overleg tussen NCTV, Politie/CBB, BA/BVC Turfmarktcomplex en de driehoek zien er in elke situatie iets anders uit.
Bedienprotocol
Aanvullend op het beslisprotocol is in het bedienprotocol vastgelegd op welke wijze de ring geactiveerd wordt en welke aanvullende (verkeers)maatregelen genomen worden om een veilig gebruik van de openbare ruimte te borgen. De belangrijkste elementen in het bedienprotocol zijn dat om een veilige situatie bij het activeren van de bollards te garanderen er vanuit de Centrale Meldkamer (CMK) in het ministeriele complex aan de Turfmarkt 147 altijd cameratoezicht is en dat er ten tijde van activering een medewerker van de CMK ter plekke is om het verkeer tegen te houden. De hulpdiensten hebben via het Opticom-systeem te allen tijde toegang tot het gebied binnen de ring. Onder voorwaarden kunnen ministeries en ondernemingen in het gebied bevoorraad worden. Deze voorwaarden zijn afhankelijk van de specifieke situatie en worden in overleg met betrokkenen bepaald door de burgemeester en op dat moment kenbaar gemaakt.