Boa’s eisen bewapening tijdens de coronacrisis
De Nederlandse Boa Bond wil dat minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid er met een spoedprocedure voor zorgt dat buitengewoon opsporingsambtenaren een wapenstok en pepperspray krijgen. De minister vindt dit echter een beslissing voor burgemeesters, die op hun beurt weer naar het Rijk wijzen.
Vooral sinds boa’s de opdracht hebben om coronamaatregelen te handhaven en daarvoor hoge (€390) boetes mogen uitschrijven, krijgen zij in toenemende mate te maken met agressie. In het paasweekend raakten vier boa’s gewond in Amsterdam, toen zij door een groep van ongeveer tien personen werden aangevallen. Ook in Rotterdam werden boa’s mishandeld en bespuugd. Volgens voorzitter Ruud Kuin van de Nederlandse BOA Bond blijkt hieruit dat de handhavers meer dan ooit een bodycam, wapenstok en pepperspray nodig hebben. Ze komen namelijk steeds vaker tegenover een overmacht te staan. Vanwege de hoogte van de boetes, maar ook doordat mensen de regels zat zijn, ontstaat dan snel agressie.
Spoedprocedure
De boa’s voelen zich intussen van het kastje naar de muur gestuurd. De ministers Dekker en Grapperhaus van Justitie & Veiligheid zeggen dat burgemeesters moeten bepalen hoe zij hun gemeentelijke handhavers uitrusten, terwijl die in hun mogelijkheden worden beperkt door regels vanuit Den Haag. Zo was burgemeester Halsema van Amsterdam vorig jaar bereid om boa’s een busje pepperspray mee te geven, maar wacht zij nog altijd op een akkoord van de minister. De BOA Bond wil dat daar nu haast mee wordt gemaakt. Daarom dringt Kuin aan op een spoedprocedure. “In deze tijd worden in het belang van de volksgezondheid grote en verstrekkende besluiten in zeer korte tijd genomen. Dat zou wat ons betreft ook moeten gelden voor de door ons gevraagde spoedprocedure”, zegt hij tegen NU.nl.