Grapperhaus wil autoriteit tegen strafbare content op internet
Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid wil dat er een instantie komt die op internet op jacht gaat naar kinderpornografische en terroristische content. Dit om producenten en consumenten van dergelijk materiaal te kunnen opsporen en providers te dwingen de content van internet te verwijderen.
Het plan past volgens de minister binnen de aanpak van online seksueel kindermisbruik. Een belangrijk onderdeel daarvan richt zich op een internet vrij van kinderpornografisch materiaal, met acties als de HashCheckService en de monitor van de Technische Universiteit Delft. De nieuwe autoriteit die hij wil oprichten, krijgt een bestuursrechtelijk handhavingsinstrumentarium waarmee het internetbedrijven kan dwingen om ook de laatste openstaande meldingen van dit type beeldmateriaal accuraat weg te werken.
Twee taken
Grapperhaus wil één autoriteit met twee taken. De eerste is de bestrijding van online kinderpornografisch materiaal. De tweede is bestrijding van online terroristisch materiaal. Ten aanzien van dat laatste is een EU-verordening in voorbereiding. Op grond van deze verordening dient Nederland, net als andere EU-lidstaten, een nationale autoriteit in te richten die het ontoegankelijk maken van online terroristisch materiaal (zo nodig) af kan dwingen. Het in deze verordening voorgeschreven systeem komt in grote lijnen overeen met de nationale aanpak van online kinderpornografisch materiaal. Het ligt volgens Grapperhaus daarom in de rede om beide taken bij één autoriteit te beleggen. Daardoor ontstaan kwalitatieve en kwantitatieve synergievoordelen. Daarnaast is het voor de communicatie met de betrokken bedrijfssector overzichtelijk als er één autoriteit is. Voor elke genoemde taak wordt overigens een aparte wet opgesteld en aan de Tweede Kamer voorgelegd.
Onafhankelijk
De autoriteit wordt als het aan de minister ligt een zelfstandig bestuursorgaan. Hierover heeft hij inmiddels overeenstemming bereikt met de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De gewenste onafhankelijkheid is daarvoor doorslaggevend geweest. Het ontoegankelijk maken van online kinderpornografisch en terroristisch materiaal ligt namelijk gevoelig, omdat het in strijd kan zijn met artikel 7 van de Grondwet. Die geeft het recht op de vrijheid van meningsuiting, een cruciaal recht in en voor de democratische rechtsstaat. Ook in internationaal verband wordt aandacht gevraagd voor de noodzaak van een onafhankelijke autoriteit als het gaat om het ontoegankelijk maken van uitingen op het internet. Met een zelfstandig bestuursorgaan is deze onafhankelijkheid volgens Grapperhaus gewaarborgd. Hij verwacht het wetsvoorstel voor de autoriteit in januari 2021 in (internet)consultatie te kunnen geven. Daarna mag de Raad van Staten nog zijn mening geven.