Volgens het consumentenprogramma Kassa komt de politie op jaarbasis nog steeds in tienduizenden gevallen te laat. De norm die de politie zichzelf heeft opgelegd wordt maar in 13 procent van de Nederlandse gemeenten gehaald. De politie spreekt de kritiek tegen en zegt er bijna altijd binnen 10 minuten te zijn.

Jaarlijks moet de politie zo’n 300.000 keer uitrukken voor een spoedmelding. De bedoeling is dat het niet langer dan een kwartier duurt, voordat hulp ter plaatse is. Om de eigen organisatie scherp te houden, streeft de politie ernaar om in 90 procent van de gevallen binnen het kwartier aanwezig te zijn bij een incident. Sinds 2012 wordt echter maar 85 procent gehaald. Vooral in Noord-Brabant loopt de aanrijdtijd steeds verder op, aldus Kassa. Daar redt de politie het nu in 20 procent van de gevallen niet om er binnen een kwartier te zijn. In Zuid-Limburg gaat het beter, dankzij een andere procedure. Daar is de kans maar 10 procent dat men langer dan een kwartier op de politie moet wachten.

Ruwe cijfers
Volgens de politie zijn agenten bij de meeste spoedgevallen binnen 3 tot 10 minuten aanwezig. Soms duurt het langer, vooral in landelijke en uitgestrekte gebieden. Kassa zou zijn uitgegaan van ruwe cijfers, die voor de politie niet leidend zijn. Deze ruwe cijfers laten bijvoorbeeld niet zien dat een ambulance of de brandweer soms eerder ter plekke was. Of dat politiemensen eerst eerste hulp hebben verleend of achter daders zijn aangegaan, voordat ze de melding in het systeem hebben afgemeld. Het komt ook voor dat iets als prio 1 binnenkomt, maar dat later niet blijkt te zijn. Afmelden in het systeem heeft in het politiewerk terecht niet de hoogste prioriteit, stelt een woordvoerder. Het verlenen van eerste hulp heeft dat wel.