Kritisch rapport over taakstrafverbod geweldplegers

Het taakstrafverbod bij openlijke geweldpleging tegen functionarissen met een publieke taak is niet proportioneel. Dat concludeert de Erasmus School of Law, dat de kwestie heeft onderzocht in opdracht van het WODC, een onderdeel van het ministerie van Justitie & Veiligheid.

Om te voorkomen dat mensen die geweld plegen tegen politieagenten en andere publieke functionarissen wegkomen met een taakstraf of geldboete is een wetsvoorstel toegezegd ter uitbreiding van het taakstrafverbod met mishandeling (art. 300-303 Sr) begaan tegen functionarissen met een publieke taak. Maar moet het taakstrafverbod ook gelden voor openlijke geweldpleging; een delict waar men zich schuldig aan kan maken zonder zelf geweld te gebruiken? Om antwoord te geven op deze vraag onderzocht Erasmus School of Law in opdracht van het WODC (Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum) de jurisprudentie en praktijk bij openlijke geweldpleging tegen functionarissen met een publieke taak.

Ernst, letsel en toerekening
De onderzoekers beoordeelden hoe bewezen verklaarde incidenten van openlijke geweldpleging tegen functionarissen met een publieke taak konden worden gekarakteriseerd in termen van ernst, letsel en de toerekening van het geweld aan individuele daders en zijn nagegaan hoe strafzaken zijn afgedaan waarin veroordeling plaatsvond op grond van openlijke geweldpleging tegen functionarissen met een publieke taak. Vervolgens is een onderscheid gemaakt tussen zaken waarin wel sprake was van letsel en zaken waarin geen sprake was van letsel. In het overgrote deel van de onderzochte zaken werd middelzwaar (78 procent) of zwaar geweld (19 procent) gepleegd. Desalniettemin was in driekwart van de onderzochte zaken geen sprake van letsel en kon het geweld in de helft van de zaken niet in zodanige mate aan de individuele dader worden toegerekend dat hem of haar ook een strafbare vorm van mishandeling ten laste had kunnen worden gelegd. In bijna driekwart van de onderzochte zaken werd uitsluitend een taakstraf opgelegd.

Niet proportioneel
Het onderzoek wees uit dat in ongeveer de helft van de onderzochte zaken het aandeel van de individuele dader niet tot een veroordeling wegens (een vorm van) mishandeling had kunnen leiden en dat deze zaken veelal met een (bescheiden) taakstraf werden bestraft. Bij een taakstrafverbod hadden deze mensen een vrijheidsstraf moeten krijgen. Volgens de onderzoekers is dat niet proportioneel. Doordat in het onderzoek vooral zwaardere zaken zijn opgenomen, is de verwachting dat dit in werkelijkheid voor meer zaken geldt. De onderzoekers concluderen dan ook dat er onvoldoende aanleiding is om openlijke geweldpleging waarbij geen letsel optreedt onder het taakstrafverbod te laten vallen indien dat misdrijf wordt gepleegd tegen een persoon in de uitoefening van een publieke taak in het kader van de handhaving van de orde of veiligheid.

Lees het volledige rapport: En plein public: Praktijk en jurisprudentie bij openlijke geweldpleging tegen functionarissen met een publieke taak

Deel dit artikel via: