Langere gevangenisstraffen vormen groter risico

Het kabinet wil af van de situatie dat gevangenen wegens goed gedrag automatisch vervroegd in vrijheid worden gesteld. Dat vergroot echter de kans dat criminelen na hun detentie opnieuw de fout ingaan, zo stellen onderzoekers van de Erasmus Universiteit.

Het gaat om criminelen die tot langere straffen zijn veroordeeld. Bijvoorbeeld wegens moord of ernstige zedenmisdrijven. Minister Sander Dekker van Justitie & Veiligheid vindt het vooral tegenover de slachtoffers of de nabestaanden niet rechtvaardig dat gedetineerden soms wel 10 jaar eerder in vrijheid worden gesteld. Daarom wil hij de vervroegde vrijstelling beperken tot hooguit twee jaar. De onderzoekers hebben onder andere met de reclassering gesproken en daar geeft men aan dat de tijd van de voorwaardelijke invrijheidstelling hard nodig is om gedetineerden goed voor te bereiden op terugkeer naar de maatschappij. Twee jaar zou daarvoor veel te kort zijn. Ook verwachten zij dat gedetineerden liever de twee jaar uitzitten dan dat zij zich onderwerpen aan een reclasseringstraject. Na hun vrijlating zullen zij dan direct weer de criminaliteit in duiken. 86 procent van de gedetineerden maken op het moment gebruik van de mogelijkheid van vervroegde invrijheidstelling. Dekker neemt het onderzoek van de Erasmus Universiteit mee in zijn wetsvoorstel.

Deel dit artikel via: