Meer asielzoekers verdacht dan eerder gerapporteerd
Veel meer asielzoekers werden in 2018 verdacht van een strafbaar feit, dan aanvankelijk door het ministerie van Justitie en Veiligheid is gerapporteerd. Dat blijkt uit een brief van het OM aan staatssecretaris Ankie Broekers-Knol van J&V, die maandag aan de Tweede Kamer is aangeboden.
De voorganger van Broekers-Knol, Mark Harbers, moest onlangs opstappen. Dit nadat in een door zijn ministerie aan de Kamer verstrekte lijst met door asielzoekers gepleegde strafbare feiten zaken als moord en doodslag onder de categorie ‘overige’ waren weggemoffeld. De situatie blijkt veel ernstiger dan J&V de Kamer in een eerder stadium wilde doen geloven. Zo werden er niet 2.610, maar 3.702 strafbare feiten geregistreerd, gepleegd door 1.813 in plaats van 1.712 asielzoekers. Dat de extra feiten niet in de rapportage waren opgenomen, betekent niet dat zij niet zijn behandeld, aldus het OM.
Afwijkende cijfers
Ook de cijfers van de politie zijn opnieuw bekeken. Zij wijken af van die van het OM, maar dat komt volgens Justitie omdat een eerste indruk van een agent niet overeen hoeft te komen met de juridische kwalificatie van het OM. Van de 28 zaken die door de politie als (poging tot) moord/doodslag zijn gekwalificeerd en die bij het OM zijn binnen gekomen, zijn er achttien gedagvaard. Zes zaken zijn onvoorwaardelijk geseponeerd (3 keer wegens onvoldoende bewijs, 2 keer wegens ten onrechte als verdachte aangemerkt, l keer wegens onvoldoende nationaal belang). Drie zaken zijn afgedaan met een OM-strafbeschikking (2 keer wegens eenvoudige diefstal, l keer wegens verboden wapenbezit). Eén zaak is voorwaardelijk geseponeerd.
Uitspraken
Van de achttien gedagvaarde zaken is inmiddels in elf een rechterlijke uitspraak geweest. Twee verdachten zijn vrijgesproken, één verdachte is schuldig verklaard zonder strafoplegging, één verdachte is ontslagen van alle rechtsvervolging wegens noodweerexces. In zeven zaken is de verdachte schuldig verklaard en is een straf opgelegd. Hierbij gaat het tweemaal om een poging tot doodslag, tweemaal om een poging tot zware mishandeling, tweemaal om een eenvoudige mishandeling en eenmaal om bedreiging. Bij één van de zedendelicten waren kinderen het slachtoffer. De dader kreeg 900 dagen cel.
Verder ging het twaalf keer om aanrandingen en drie keer om ontuchtige handelingen, twee keer om eenvoudige mishandeling, een keer om wederspannigheid, een keer om het niet opvolgen van een ambtelijk bevel en een keer om een eenvoudige diefstal.