Minder aangiftes van internetoplichting

Bij het Landelijk Meldpunt Internetoplichting (LMIO) zijn het afgelopen jaar 38.343 aangiften binnengekomen. Dat zijn er ongeveer achtduizend minder dan in 2016. De gemiddelde schade bedroeg 197,32 euro per gedupeerde klant, zo meldt politie.nl.

Gemiddeld ontving de politie 105 aangiften van internetoplichting per dag. Die werden allemaal doorgestuurd naar het LMIO, dat de zaken verder onderzoekt. Ruim 5.400 keer werd een aangifte ingetrokken, bijvoorbeeld omdat via internet bestelde goederen met vertraging alsnog bij de koper terechtkwamen. In nog eens 8700 gevallen ging het om op zichzelf staande aangiften, waarbij onduidelijk was of er sprake was van civielrechtelijke wanprestatie of strafrechtelijke oplichting.

Onderzoeken
Het LMIO deed 416 onderzoeken, die betrekking hadden op 526 verdachten. Veelal gebeurde dit in nauwe samenwerking met de regionale politie-eenheden. In de meeste gevallen ging het om omvangrijke oplichtingszaken, die betrekking hadden op tientallen, tot soms honderden aangiften. Welke aangiften het LMIO in onderzoek neemt hangt af van een combinatie van factoren. Bijvoorbeeld of er voldoende bruikbare sporen zijn. Maar ook de omvang en impact wegen mee. Volgens Gijs van der Linden, teamleider van het LMIO, wil de politie graag zoveel mogelijk oplichters identificeren of in ieder geval hun praktijken stoppen. Bij veel aangiftes blijkt dat er nog veel meer gedupeerden zijn of dat een verdachte samenwerkt met andere verdachten en zogenoemde moneymules (geldezels). Soms is er zelfs sprake van een heel netwerk. Dat maakt onderzoeken naar internetoplichting vaak complex en tijdrovend. In totaal hadden de onderzoeken die het LMIO deed betrekking op 5426 aangiften.

Maatregelen
Uit onderzoek naar betalingen aan de verdachten blijkt dat bijna de helft (47 procent) van de benadeelden aangifte doet van oplichting. Dat percentage is al jarenlang stabiel. Omdat niet alleen het aantal aangiften, maar ook het aantal bijschrijvingen op rekeningen van verdachten daalde, gaat de politie er niet vanuit dat de aangiftebereidheid is afgenomen. Waarschijnlijker is dat preventieve maatregelen, voorlichting en mediapubliciteit leidden tot de dalende trend. Hierdoor zijn mensen beter op de hoogte van de risico’s van online winkelen. Ook zijn er scherpere afspraken gemaakt met banken. Als bij drie aangiften van oplichting hetzelfde rekeningnummer naar voren komt, blokkeren de banken de rekening. Voorheen gebeurde dat bij vijf aangiften.

Sterke toename malafide webwinkels
De politie constateerde in 2017 een toename van het aantal malafide webwinkels. Bijvoorbeeld van bekende bedrijven vervalste websites die korte tijd actief zijn en zoveel mogelijk geld willen binnenhalen. Ook kopen fraudeurs massaal vrijgekomen Nederlandse domeinnamen op. Daaraan hangen zij vervolgens een site waarin merkartikelen voor een onrealistisch lage prijs worden aangeboden. Het gaat daarbij om het verkopen van nepartikelen, het niet leveren van bestelde producten en het verkrijgen van creditcardgegevens om daar later frauduleuze aankopen mee te doen. De politie heeft in 2017 in 438 gevallen een interventie gepleegd ten aanzien van malafide websites, tegen slechts 35 het jaar daarvoor. Dit kan zijn dat de betaling is geblokkeerd dan wel dat een webwinkel is offline is gehaald.
Gijs van der Linden toont zich tevreden over de afname van het aantal aangiften. Natuurlijk is volgens hem elke aangifte er één te veel. Maar afgezet tegen de alsmaar stijgende handel en verkoop via e-commerce, vindt hij dat hij niet ontevreden mag zijn.
Voor dit jaar heeft de politie een hoge verwachting van services die worden aangeboden met kopersbescherming. Daarbij wordt een betaling niet direct overgemaakt naar de verkoper, maar tijdelijk bijgeschreven op een andere rekening. Pas na ontvangst van het gekochte product wordt het geld vrijgegeven.

Deel dit artikel via: