Politie pakt problemen forensische opsporing aan
Vanwege grote problemen bij de forensische opsporing, wil de politie volgens het AD tweehonderd nieuwe medewerkers daarvoor gaan inzetten. Ook zal nieuwe technologie worden aangeschaft. Het gaat hier om specialisten die na een misdrijf sporen moeten veiligstellen.
De forensische opsporing kampt al langer met personeelstekorten en dat probleem zal toenemen, omdat veel van de huidige forensisch specialisten binnenkort met pensioen gaan. Een ander probleem zijn de verouderde computersystemen, die ervoor zorgen dat onderzoek langer duurt dan nodig.
Normaal zijn forensisch onderzoekers politiemensen met vele jaren ervaring. De politie kan dergelijke medewerkers echter niet missen voor hun huidige taak. Daarom worden nieuwe mensen aangenomen, die een versnelde opleiding gaan volgen. Dat deze praktijkervaring missen, wordt gezien de situatie maar voor lief genomen. Wel worden volgens programmadirecteur forensische opsporing Ruud Staijen hoge eisen gesteld, omdat werken in de forensische opsporing volgens hem best zwaar is. Je gaat van plaats delict naar plaats delict, dus moet je stevig in je schoenen staan.
Administratieve werkdruk
Om het werk te versnellen worden forensisch onderzoekers binnenkort uitgerust met laptops, zodat zij onderzoek al direct op de plaats van het misdrijf kunnen uitvoeren. Ook wordt het administratieve werk verminderd of aan anderen overgedragen om onderzoek te versnellen. Volgens politiebond NPB zijn de 1500 forensische onderzoekers van de politie nu de helft van hun tijd bezig met administratie, in plaats van met onderzoek. Gemiddeld is 9 procent van de onderzoekers ziek vanwege de hoge werkdruk. Er zouden volgens de NPB driemaal zoveel onderzoekers nodig zijn om tot een normale werksituatie te komen. De bond, maar ook het NFI en het OM hebben bij minister Grapperhaus van J&V aangedrongen om snel voor extra personeel te zorgen.